De diepe wortels van Israël

Bij U is de Bron van het Leven

In de tijd van de herfstfeesten van Israël komt de noodzaak van water om de hoek kijken. De feesten zijn immers een beeld van het Koninkrijk van de Eeuwige. Zijn zorggebied strekt zich uit over hemel en aarde, over het geestelijke en het aardse, over zaaien en oogsten, over mensenlevens van voor de geboorte tot na de dood, over gezondheid en ziekte, over leven en overleven en overlijden en eeuwig leven. Vandaar dat de feesten van Israël vaak te maken hebben met water. Onder meer het offeren van water. Kostbaar water dat niet gebruikt wordt voor drinken of voor het vee en de landbouw, maar om tijdens de dienst weg te laten stromen.

Psalm 36 over water
In Israël is water, dat daar on-Europees weinig voorkomt, bijzonder kostbaar. En zo wordt een dergelijk wateroffer iets bijzonders, doordat iets zo kostbaar wordt afgestaan en teruggegeven aan het ecosysteem, waar de Eeuwige uiteindelijk over regeert. Uiteindelijk, want Hij heeft het dagelijks beheer aan de mensheid overgelaten. Water op aarde, hemelwater, is het zichtbare bewijs van G’ds zorg en ondersteuning van leven; en van hemels water in Zijn nu nog onzichtbare Koninkrijk. Koning David zingt in zijn Psalm 36 over water,

“Uw rechtvaardigheid is als de machtige bergen, Uw oordelen zijn als de grootse diepe watermassa’s, U redt mens en dier, Adonai. U geeft de mensenkinderen te drinken van Uw lieflijkheden. Want bij U is de oorsprong van het leven. Bij Uw licht zien we het licht.”

Mosjee, Salomo en Elia over water
Stromend oppervlaktewater komt zelden voor in Israël. En watertekort heeft vaak voor serieuze problemen gezorgd. Mosjee waarschuwde ervoor, “Dan zou de boosheid van de Eeuwige tegen jullie ontbranden. Hij zou de hemel afsluiten, zodat er geen regen komt, de bodem zijn opbrengst niet geeft en jullie spoedig te gronde gaan in het goede land, dat de Eeuwige jullie zal geven” (Deuteronomium 11:17). Koning Salomo heeft ervoor gebeden, Daarop ging Salomo voor het altaar van de Eeuwige staan voor de ogen van de hele gemeente van Israël. Hij strekte zijn handen uit naar de hemel … Wanneer de hemel gesloten blijft, zodat er geen regen komt, doordat zij tegen U gezondigd hebben en zij op deze plaats bidden, Uw naam belijden en zich van hun zonde bekeren, omdat U hen op hun plaats hebt gezet, hoort U dan in de hemel. Vergeef de zonde van Uw dienaren en van Uw volk Israël, want wijst hen de goede weg waarop zij moeten wandelen. En geef regen op het land, dat U Uw volk als erfdeel hebt geschonken” (1 Koningen 8:22, 35-36). En Elia de profeet gebruikte het als middel tot bewustwording, “Toen zei Elia, uit Tisjbie in Gil’ad, tegen Achav, Zo waar de Eeuwige, de G’d van Israël, leeft – ik sta in Zijn dienst -: er zal deze jaren geen dauw of regen zijn, dan alleen op mijn woord” (1 Koningen 17:1).

Israël specialist in watermanagement
Gietoffers met water werden onder meer uitgevoerd voordat men ten oorlog trok. Doel daarvan was de Eeuwige te smeken om het volk te redden. In de oorlog tegen Filistijnen bij Mitspa werd dit gedaan, zie 1 Samuël 7:6. En David heeft dit offer gebracht in zijn oorlog tegen de Filistijnen, toen drie helden water voor hem waren gaan halen uit Betlehem, omdat David zei dat hij dorst had, zie 1 Samuël 23:16. Water wordt vaak genoemd in de Bijbel, wel 580 keer. Daarnaast komt de uitdrukking majiem chajiem (levend water) 10 keer voor. En omdat water schaars was, hebben we ons ontwikkeld tot ervaren waterzoekers en waterbewaarders. Hoe meer mogelijkheden om aan water te komen, des te beter. Israël werd deskundig op het gebied van water vinden en opslaan. En zo kon Israël bovendien ook in gebieden wonen, waar de andere bewoners van Kanaän niet leefden, namelijk in het heuvellandschap en in de wildernis.

Waterputten en cisternen
Een van de methoden om dat kostbare water te vinden, was het graven van waterputten. De put bij Ein Rogel in de Kidron Vallei bij Jeruzalem werd uitgehakt uit harde kalksteen, tot een diepte van 38 meter! Een andere methode om aan levenondersteunend water te komen was het uithakken van grote waterkelders, cisternen genaamd, ook uit hetzelfde kalksteen. In kalksteen kunnen zich gemakkelijk barsten ontwikkelen en de Israëlieten hebben om die reden pleistermethoden ontwikkeld om lekkages te voorkomen. Zo konden ze in de heuvels wonen waar geen water aanwezig was. Zo hoefden ze hun steden niet bij water te bouwen. Het water werd de stad ingebracht. Niet alleen gemeentelijke waterkelders werden zo aangelegd, maar ook waterkelders voor privégebruik.

Waterreservoirs en natuurlijke bronnen
Het met stenen afdammen van een rivier die wild stroomt door smeltwater was ook een methode om water op te slaan. Op die manier ontstonden waterreservoirs, die regenwater bevatten dat in de winter was opgeslagen. Juist rond Jeruzalem zijn er daar veel van geweest, omdat de omringende valleien rond de heuvels uitermate geschikt waren om dammen in te bouwen. Dit water voorzag de inwoners van de stad en omliggende dorpen van water voor persoonlijke hygiëne, kleren wassen, het drenken van kudden, voor bouw en voor industrie. Waar zich natuurlijke bronnen bevonden werden die benut, zoals Ein Avi’el, Ein Jizrael, Ein Hanatziv, Nahal Hakibbutzim met Ein Choma en Ein Shokek, Ein Maimon en Ein Gedi.

Slim menselijk ingrijpen
Deze natuurlijke bronnen konden om praktische redenen worden omgebouwd om er alsnog een gecontroleerd watersysteem van te maken. Er werd dan niet verticaal geboord, maar horizontaal, het liefste op een plaats in de rotswand die dun was. Op die manier kon water in stappen naar een stad geleid worden. Israël was een van de eerste landen die deze techniek heeft gebruikt. Koning Hizkia bijvoorbeeld, heeft tijdens de bezetting van Israël door de Assyriërs o.l.v. Sennacherib de loop van de Gichon bron bij Jeruzalem kunstmatig naar beneden geleid, naar de Ma’ayan HaSjiloach, de Bron (ook: Vijver) van Sjiloach. Dat getuigde van slim menselijk ingrijpen in een natuurlijk systeem.

Gichontunnel
Dat had een dubbel doel: zo konden de Assyriërs dat water niet gemakkelijk benutten, mede omdat Hizkia de uitgang van de bron op maaiveldniveau dicht liet maken. En door een door hem speciaal aangelegde Gichontunnel (zie afbeelding), die meer dan 500 meter lang is, werd het water onzichtbaar voor de vijand naar de stad geleid, zie 2 Kronieken 32:30, Jechizkia was het, die de bovenste uitgang van het water van Gichon dichtstopte en het naar beneden westwaarts naar de stad van David leidde”. We praten over de vroege 7e eeuw voor de gangbare jaartelling, zonder onze technieken! Deze tunnel is dus aangesloten op de natuurlijke Gichon bron.

Aquaducten
Dat maakt deze tunnel een aquaduct, wat nog een methode is van waterbeheer. Moderne dateringsmethoden geven overigens aan, dat de tunnel wel eens 100 jaar ouder zou kunnen zijn. Oude aquaducten zijn overal te vinden in Israël. Tijdens de Tweede Tempelperiode zijn er meer dan twintig in heel Israël gebouwd. Deze watertoevoerkanalen werden in diverse tijdperken in de geschiedenis van Israël ontwikkeld, vanaf de IJzertijd tot aan de Hellenistische periode; en vooral de periode van de Romeinse heerschappij, toen de systemen werden geperfectioneerd. Andere aquaducten zijn te vinden in Caesarea, Akko, het Tzippori Nationaal Park, Tel Megiddo en het Qumran Nationale Park.

Water bij gietoffers
Terug naar de herfstfeesten en naar de offers daarop. In de tijden van de Tempel ging elk brandoffer en vredeoffer dat op het altaar werd geofferd, gepaard met een meeloffer en met het uitgieten van een voorgeschreven hoeveelheid wijn op het altaar. Tijdens de zeven dagen van het feest van Soekot, Loofhuttenfeest, werd er ook water op het altaar gegoten, als gietoffer bij het dagelijkse ochtendoffer. Het watergietoffer wordt niet expliciet genoemd in de Tora. Maar door onze wijzen is het aanvaard als een halacha leMosjee miSinaï – een wet die Mozes op de Sinaï ontving, op het moment dat de Tora werd gegeven. Als zodanig heeft het de status van een Tora-verplichting.

Vreugde als opdracht
Alle vieringen van Soekot worden met vreugde uitgevoerd. Dat is ons opgedragen in de Tora en ook in het Nieuwe Testament, zie 1 Tessalonicenzen 5:16, Verblijdt u te allen tijde”. De Tora vermeldt vreugde met betrekking tot Soekot meer dan enig ander feest. Er wordt geen verwijzing naar vreugde gemaakt in de verzen die spreken over het feest van Pesach. Als we het over Sjawoeot hebben, verwijst de Tora één keer naar vreugde. Wanneer we het echter over Soekot hebben, gebruikt de Tora het woord vreugde drie keer: “U zult zich verheugen voor de Eeuwige, uw G’d” (Leviticus 23:40); “U zult zich verheugen op uw feest” (Deuteronomium 15:14); “U zult buitengewoon blij zijn” (vers 15).

Majiem chajiem
Van alle vreugde op Soekot, was de meest intense vreugde gereserveerd voor de nisoech hamajiem – het gieten van het water op het altaar om het dagelijkse ochtendoffer te begeleiden. Ook genoemd: Simchat Beit Hasjoewa, De blijde viering van het Huis van Waterscheppen. Het water werd gezien als “wateren van de schepping”. Dat was omdat het bronwater was, geschept uit het water van Ma’ayan HaSjiloach, de Bron van Sjiloach. Levend water, majiem chajiem! Een menigte mannen, vrouwen en kinderen nam deel aan de viering die vijftien en een half uur aaneengesloten duurde. Dat was vanaf het moment dat het dagelijkse middagoffer werd gebracht tot de volgende ochtend.

Het hemelse water
De viering werd elke dag van het Festival gehouden, met uitzondering van Sjabbat en de eerste Festivaldag, want toen werd het waterplengoffer niet begeleid door muziek en zang. De bron waaruit het water moet worden geschept, wordt door Jesaja (12:3) genoemd: de Bronnen van Yeshua (Ma’ainee HaYeshua). Koning David en Jesaja kennen het hemelse water. Ook de volgelingen van Yeshua hebben dit inzicht. Een van hen laat weten dat de Messias hem een zuivere rivier zien, van het water van het leven, helder als kristal, dat uit de troon komt van de Eeuwige en van het Lam.

Lion S. Erwteman