De geslachtregisters van Yeshua, deel 2

Een probleem
Deel 1 eindigt met het punt, dat de moeder van Mirjam mogelijk een zus of tante was van Elisjewa; en daarmee dus een dochter van Aharon. We gaan daar nu mee verder. Wanneer is vastgesteld dat de lijn uit Lukas die van Mirjam is doet er zich een nieuw probleem voor. De rechten van de lijn worden namelijk niet doorgegeven via de moeder, maar via de vader. Dus hoewel Mirjam door haar afkomst uit de Davidische bloedlijn komt, moet ze worden uitgesloten van de mogelijkheid om de rechten van de bloedlijn over te kunnen dragen, omdat ze dus een vrouw is (zie Deuteronomium 21:16). Het is dus niet voldoende te bewijzen dat Mirjam een afstammeling van David is.

Uitzondering
Want alleen een man had de positie om over deze rechten te beschikken en om deze over te kunnen dragen aan zijn zoon. Ook hier geldt echter dat er een uitzondering gegeven is. In Numeri 26:33 leest men over Selofchad, die geen zonen, maar enkel dochters had. In Numeri 27 leest men over zijn dood en het moment dat die dochters voor Mosjee komen om hun rechten te bepleiten. Omdat hun vader gestorven is en geen zonen heeft nagelaten, dreigt al het erfrecht verloren te gaan en de dochters vinden dat oneerlijk. Mosjee gaat in gesprek met de Eeuwige en die besluit Mosjee een uitzondering op de regel te geven.

Twee vereisten
De Eeuwige zegt tegen Mosjee dat de erfenis kan stromen via het bloed van een vrouw in het geval dat er voldaan wordt aan twee vereisten: ten eerste mag er geen mannelijke nakomeling in de familie zijn – zie Numeri 27:8 -; en ten tweede moesten de vrouwelijke nakomelingen trouwen binnen de eigen stam – zie Numeri 36:6. Terug naar Mirjam: op het eerste gezicht is zij niet in staat haar rechten en privileges over te dragen aan haar zoon Yeshua, maar onderzoekende komt men erachter dat Mirjam geen broers had of dat er andere mannelijke familieleden waren: ‘Mirjam had geen broers en er waren geen familieleden die zorg voor haar konden dragen terwijl zij nog leefde, daarom werd ze aan de zorg van Jochanan overgedragen.

Binnen de stam
Daarnaast trouwde Mirjam met iemand uit haar eigen stam, te weten Josef, waardoor zij aan beide vereisten voldeed. Toch wonderlijk dat de Eeuwige zo’n uitzondering in diens Woord heeft opgenomen om daarmee Yeshua een wettig erfgenaam te kunnen maken. De Talmoed verklaart dat een kind Joods is als diens moeder Joods is, wat bij Yeshua overigens ook gewoon het geval was. Maar het punt is dat de Tora leert, dat erfenissen via de vader lopen. Bovendien kan zoiets als het recht op land in eerste instantie enkel overgegeven worden binnen de stam. De Eeuwige noemt dit een bezit en erfdeel. En bij het verdelen van het land krijgen de Levieten als enigen geen erfdeel toegewezen, maar zegt de Eeuwige dat Hij hun erfdeel is. Wellicht is het wat gezocht, maar door het Levitische bloed dat via moeder wordt doorgegeven, zouden deze woorden ook van toepassing zijn op Yeshua.

Het nut van de vaderlijn
Wat is het nut van het geslachtsregister van Josef, als deze niet de biologische vader was? Yeshua moet aan een aantal voorwaarden voldoen om de Messias te kunnen zijn, welke dikwijls in tegenstrijd zijn met elkaar. Yeshua moet enerzijds tot het nageslacht van David behoren, omdat er staat geschreven dat de Messias volgens de belofte op de troon van David zou zitten – zie Jesaja 9:5, Handelingen 2:30 -, maar anderzijds staat er ook geschreven dat het geslacht van David via Jechonja geen recht meer had op de troon van David, omdat Jechonja vervloekt was. Dit is een van de redenen waarom de biologische afstamming via Josef dikwijls bekritiseerd wordt, omdat het volgens die vloek niet via Sjlomo (Matteüs 1:6) mocht verlopen.

Via Natan en Sjlomo
Wilde Yeshua aanspraak kunnen maken op de troon, dan zou dit in eerste instantie – volgens de gegeven uitleggingen – alleen via moeder kunnen verlopen. En daarvoor was het noodzaak om aan te tonen dat zij eveneens van David afstamde, maar dan uit de tak van Natan. De natuurlijke lijn van Yeshua verloopt dus van David via Natan en niet via Sjlomo. Maar door het feit dat de reeds lang verwachte Masjiach ben David uit de lijn van Sjlomo moest verlopen heeft de Eeuwige met Zijn overgrote wijsheid en voorzienigheid ervoor gezorgd dat Yeshua enerzijds de natuurlijke erfgenaam werd, omdat hij door een groot wonder uit de maagd Mirjam geboren werd, die uit de geslachtslijn van David via Natan stamde, maar anderzijds ook wettelijke erfgenaam in de mannelijke afstammingslijn die van David en Sjlomo via zijn (pleeg)vader Josef liep.

Wettelijke erfgenaam
In Matteüs 1:24-25 leest men dat Josef Mirjam als echtgenote neemt en uit Lukas 2:21 blijkt verder dat Josef haar eerstgeboren zoon erkent als zijn eigen zoon en erfgenaam door hem onder meer te laten besnijden en hem de naam Yeshua te geven in gehoorzaamheid aan de goddelijke opdracht welke hij verkreeg via de bode – een engel – van de Eeuwige. Dit is volkomen in overeenstemming met de Talmoed, want daar staat geschreven: ‘Als iemand zegt: “Dit is mijn zoon!”, dan zal hij geloofd worden.’ In Bava Batra 134a leest men bovendien dat zo’n erkende zoon als een erfgenaam beschouwd zal worden.

Wettelijke erfgenaam over Josefs bezit
Via Josef, de echtgenoot van Mirjam, die dus niet de vader maar de pleegvader van Yeshua was, werd Yeshua dus wel een wettelijk erfgenaam. Zoals ook Sealtiël niet de lichamelijke vader van Zeroebavel was, maar diens pleegvader. Want Zeroebavel is volgens 1 Kronieken 3:19 de zoon van Pedaja, maar volgens Bava Batra 134a werd Yeshua gelijk een Zeroebavel wel in de Joodse geslachtsregisters erkend als wettelijke zoon en erfgenaam van zijn pleegvader. Daardoor is ook de inleidende zin van Besora Tova, het Goede Nieuws, volgens Matteüs legitiem. Hierdoor werd Yeshua namelijk de wettelijke erfgenaam over de bezittingen van Josef.

Aanspraak op de troon van David
Maar door diens koninklijke afkomst kan Yeshua ook aanspraak maken op de troon van David. Zo worden in Yeshua de twee Messiastypen verenigd, die het Jodendom kent, namelijk de Messias ben Josef en de Messias ben David, ofwel de lijdende Messias en de koninklijke Messias. De twee geboorteregisters demonstreren dat beide ouders van Yeshua van dezelfde stam komen. Opvallend genoeg is dat niemand in het Beriet Chadasja hier vraagtekens bij stelt, zelfs de sceptici van de Farizeeën en Sadduceeën niet. Yeshua werd als Leviet ook erkend en mocht lezen uit de Tora in de synagoge; en Hij wordt tevens meermaals de zoon van David.

Adam en Awraham
In Matteüs gaat het geslachtsregister uit van Awraham, waar Lukas begint bij Adam. Matteüs heeft kennelijk de bedoeling gehad aan te tonen dat Yeshua het zaad is van Awraham, in wie alle geslachten der aarde gezegend zouden worden (Genesis 22:18, Galaten 3:14-16) en om aan te tonen dat hij tevens de erfgenaam is van Davids troon als Koning van Israël (Jesaja 9:5-6, Handelingen 2:30). Lukas daarentegen wilde aantonen dat Yeshua het zaad van een vrouw is, omdat de belofte van de Eeuwige dat het zaad van de vrouw de kop van de slang zou vermorzelen (Genesis 3:15) aanleiding gaf tot de conclusie, dat het zaad derhalve van een menselijke afstammingslijn moest komen.

Zoon van G’d
Het is niet voor niets dat Lukas begint met Adam en eindigt met de woorden: ‘De zoon van Adam, de zoon van G’d (Lukas 3:38).’ Adam wordt hier de zoon van G’d genoemd, omdat hij geen biologische vader had, maar door de Eeuwige naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen is, maar belangrijker door diens Roeach (Geest) tot leven geblazen werd. Maar het is tevens een omschrijving voor Yeshua (1 Korinte 15), omdat deze laatste woorden van zijn geslachtsregister zowel zijn ware identiteit als zijn menselijke natuur aanduiden. Want Hij was allebei: de mensen zoon ‘ben Adam’ en de zoon van G’d ‘ben Elohiem’, zodat hij zou kunnen bemiddelen tussen G’d en de kinderen van Adam.

Jitschak ben Awraham
Na de zondvloed wees de zegen van Noach er reeds op, dat de Eeuwige een speciaal plan had met de nakomelingen van Sjem (Genesis 9:26-27). G’d openbaarde aan Awraham, dat zijn ‘zaad’ (afstamming) via Jitschak zou lopen (Genesis 17:19, Romeinen 9:7). Het lag derhalve voor de hand dat een zeer zorgvuldig opgetekend geslachtsregister nodig zou zijn om dit zaad te kunnen identificeren. Als gevolg daarvan werd er in de loop van de eeuwen een nauwkeurig geslachtsregister bijgehouden van de lijn van Jehoeda – de stam die een leidende rol toegezegd was (Genesis 49:10) – en met name het geslacht van David – omdat dit immers de koninklijke geslachtslijn was (2 Samuel 7:12-16).

Volgens rabbijnse methode opgezette stamboom
Deze opgetekende verslagen zouden later de basis voor de geslachtsregisters van Yeshua HaMasjiach vormen, waarvan zowel Matteüs als Lukas dankbaar gebruik maken. Want hij is immers het ‘zaad’ van Awraham en de ‘zoon’ van David. Daarom is in gesprekken met Joden deze afstammingslijn van Yeshua dan ook van buitengewoon grote betekenis, zoals men in Johannes 7:42 leest. Matteüs begint diens evangelie aan de hand van een volgens de rabbijnse methode opgezette stamboom, waarin hij toont, hoe Yeshua zowel van Awraham afstamt – in wie alle volken gezegend zouden worden -, als van David, uit wiens geslacht de Vredevorst geboren zou worden.

Verbonden met het land Israël
Ook is het van belang te zien dat Yeshua via Awraham verbonden is met ‘het land van Israël’ en via David met ‘de troon van Israël’. Het koningschap is hier echter het belangrijkste. Daarom wordt eerst gezegd ‘de zoon van David’ en dan ‘de zoon van Awraham’; hoewel historisch Awraham de eerste in lijn is. Om te bewijzen dat Yeshua van Awraham en David afstamde, hoeven de twee evangelisten Matteüs en Lukas niet een nieuw geslachtsregister op te stellen. Zij hoeven enkel en alleen de openbare en door alle Joden volledig geaccepteerde registers aan te halen, die bestonden met betrekking tot de afstammingslijn van David en van het priesterschap.

Samengevat
Zelf al zou er iets in deze registers worden weggelaten, dan zou dit geen afbreuk doen aan hetgeen zij beoogden te bereiken, namelijk, het leveren van een wettelijk en openlijk erkend bewijs voor de afstamming van Yeshua HaMasjiach. Voor Matteüs was het aantonen van het heil en van de heilbrenger belangrijker dan de natuurlijke afkomst. Daarom kon hij bij het opstellen van diens geslachtslijst uitgaan van de geslachtslijn van Josef, hoewel er in vers 18 van hoofdstuk 1 benadrukt wordt dat Yeshua niet de zoon van Josef was, al wordt dit reeds vermeld in vers 16.

Josef heeft Yeshua als zoon grootgebracht
Daar komt nog eens bij dat destijds in Israël een vrouw helemaal geen recht had op de troon en daarom zou Yeshua, als de zoon van een jonge vrouw([1] alleen, eveneens geen wettige rechten kunnen laten gelden. Om ervoor te zorgen dat hij toch evengoed de wettige erfgenaam van de troon van David in de ogen van het volk zou zijn, moest Mirjam dus de vrouw zijn van een man die, in tegenstelling tot haar, wel een volkomen en onveranderlijk recht had op de troon. Matteüs ging daarom terecht uit van het feit dat de Joden Josef door zijn huwelijk met Mirjam zouden erkennen als wettelijke vader van Yeshua en dat Josef het kind ook als een ‘echte vader’ heeft erkend en grootgebracht. Zie het slot in deel 3.

([1] Alma in het Hebreeuws, partenos in het Grieks. De Aramese vertalingen zoals die in Babylon door de Joden van de Tenach is opgesteld (rond het jaar 50 voor Yeshua) lezen ‘bejtolata’ in plaats van ‘alma’, een cognitie van ‘bethsjoela’ (Hebreeuws) en betekent slechts maagd, om te duiden dat de alma waarover gesproken wordt een maagd is. Neem waar dat Rebekka als maagd wordt beschouwd, maar in Genesis alma genoemd wordt. Velen claimen dat alma geen maagd zou betekenen, maar jonge vrouw, wat in essentie waar is maar elkaar niet tegenspreekt.

Jaïr Levi