Diepe wortels van Israël

Waarschuwing voor de bergen

De pottenbakker
Door de keuze van Israël, dat wil zeggen, dan gaat het altijd om de luidruchtige lieden die hun wil doordrukken, om het Gouden Kalf te maken, is de Eeuwige razend. Wie meent dat de Eeuwige dat soort gevoelens waardig en glimlachend afdoet, dient te begrijpen dat de Eeuwige zich op Midden-Oosterse wijze uitdrukt. Hij lijkt vastbesloten Israël als volk te laten verwijderen, zoals een pottenbakker de klei van een mooi gemaakte vaas bij elkaar raapt. Mosjee (Mozes) probeert Hem van gedachten te laten veranderen.

Doden in de bergen
Hij zegt tegen Mosjee: “Ik heb dit volk gezien. Zie zelf, het is een halsstarrig volk. Houd Mij niet tegen, dan kan Mijn toorn tegen hen ontbranden en kan Ik hen vernietigen. Dan zal Ik jou tot een groot volk maken” (Exodus 32:9-10). Mosjee zegt daar tegenin: “Maar dan zouden de Egyptenaren kunnen zeggen: Hij heeft hen met slechte bedoelingen uitgeleid, om hen in de bergen te doden en hen van de aardbodem te vernietigen! Dus laat Uw brandende boosheid verdwijnen en heb ontferming in verband met het slechte voor Uw volk” (vers 12). In sommige vertalingen staat “berouw”, maar het woord nachoem is beter vertaald met ontferming, vergelijk Jesaja 40:1.

G’ds reputatie
Denk om Uw naam en Uw reputatie, is wat Mosjee daarmee wil zeggen. Waarom zou de Eeuwige de bergen uitkiezen? Omdat Hij daar het volk Israël zou vinden. En waarom houden ze zich daar op? Omdat ze daar het beste reizen en later in het land Israël het veiligst wonen. Het is in berggebied moeilijker reizen, werken en wonen, dan in valleien en laagland. Maar wachtposten zien verder, hoe hoger ze zich bevinden. Dat is omdat de aarde rond is en omdat er in de hoogte minder heuvels en bomen zijn die het zicht kunnen versperren. De Tempel stond ook op heuveltoppen. Hout vind je in de bergen, om daarmee huizen en meubelen te bouwen. En industrie werd in de bergen bedreven.

Training en vorming
Ook vinden schapen meer voedsel in de bergen, omdat het daar vochtiger en minder warm is. Indertijd speelde het leven van Israël zich, voor een belangrijk deel, af in berggebied. De verdediging van het land werd in hoge mate gediend door berggebied. Stenen voor bouw, zeker ook voor de bouw van de Tempel, werden in de bergen gevonden. Binnendringers verloren het vaak van Israël, vanwege het feit dat we bekend waren met en getraind en gevormd waren door het berggebied. Het was in berggebied dat Assyrië de strijd tegen Israël heeft verloren, “Ik zal Assyrië verbreken in Mijn land. En op Mijn bergen zal Ik het vertrappen. Dan zal zijn juk van hen afglijden en zijn last zal van hun schouder afglijden” (Jesaja 14:25).

Ernstige waarschuwing voor bergbewoners
Mensen woonden ook aan de kust en in het laagland daaraan grenzend. En ze waren daar dan ook des te kwetsbaarder. Bronwater werd het meest het en makkelijkst gevonden in berglandschap, zoals zo mooi beschreven in de tekst over de zeven (planten)soorten: “Zeker zal de Eeuwige jullie G’d jullie in een goed land brengen, een land met waterbeken, bronnen en diepe wateren, die ontspringen in het dal en op het gebergte; een land met tarwe en gerst, wijnstokken, vijgenbomen en granaatappels; een land met olierijke olijfbomen en dadelhoning” (Deuteronomium 8:7-8). De bronnen en diepe wateren ontspringen in de bergen en aan de voet daarvan, het dal tussen twee of meer bergtoppen. Ook Jesaja jubelt en weent waarschuwend: “Er zullen op elke hoge berg en elke verheven heuvel beken zijn en waterstromen, op de dag van de grote slachting, wanneer de torens zullen vallen” (Jesaja 30:25).

Menselijke afkerigheid
De waarschuwing is vanwege de afkerigheid en opstandigheid (satán in het Hebreeuws) die Israël, net als elk ander volk en beoefenaars van elke ander godsdienst, in zich draagt. In datzelfde hoofdstuk zegt Jesaja: “Wee de opstandige kinderen, zegt de Eeuwige, om een plan te maken, maar niet van Mij uit; om een verdrag te sluiten, maar niet vanuit Mijn Geest; het is om zonde op zonde te hopen. Zij gaan om af te dalen naar Egypte – maar naar wat Mijn mond spreekt, vragen zij niet -, om zichzelf in veiligheid te brengen bij de macht van de farao, en om hun toevlucht te zoeken in de schaduw van Egypte. Maar de macht van de farao zal u tot schaamte zijn, en de toevlucht in de schaduw van Egypte tot schande” (Jesaja 30:1-3).

Schijnzekerheid
De kracht en de zekerheid die de bergen hebben gegeven, werd een schijnzekerheid, op momenten dat Israël probeerde zich louter met die uiterlijke verdedigingsmiddelen te verschansen. Het is niet zo dat we geen uiterlijke verdediging nodig hebben. Maar zonder innerlijke kracht die van de Eeuwige komt, is die verdediging maar tijdelijk. Dit is de reden dat de Eeuwige dreigde Israël als een pottenbakker weg te gooien, door hen in de bergen te doden. De profeet Ezechiël kreeg de opdracht tegen de bergen te profeteren om dezelfde soort redenen: “Mensenzoon, richt uw blik op de bergen van Israël, en profeteer ertegen. Zeg: Bergen van Israël, luister naar het woord van Adonai de Eeuwige! Zo zegt Adonai de Eeuwige tegen de bergen en tegen de heuvels, tegen de waterstromen en tegen de dalen: Ik ga het zwaard over jullie brengen en Ik zal jullie hoogten vernielen.”

Dreiging van pest en zwaard
Dit woord van de Eeuwige was gericht tot de bergen, niet tot de valleien of de laag gelegen gebieden. Want het succes en het bijna onoverwinnelijke van de bergen hielp niet tegen de neiging om toch wierookaltaren en offerhoogten te bouwen. Mensen werden bedreigd met sterfte aan de pest en aan het zwaard. Want uiterlijke kracht moest en moet gepaard gaan met innerlijke kracht en veiligheid die alleen van de G’d van Israël afkomstig is. Zo bezien is uiterlijke kracht en zekerheid afhankelijk van sterk betrokken geloof en vertrouwen op de Eeuwige. Anders krijg je religieuze mensen en diensten zonder inhoud. Toneelspel en vrome praat. De Eeuwige wilde en wil alleen maar echt.

Hernieuwd levend geloof
Zo raakten en raken mensen verspreid en zonder onderlinge aantrekkingskracht, zowel tussen mensen als tussen mens en Eeuwige. Maar met hernieuwd levend geloof brengt de Eeuwige je weer terug naar diezelfde bergomgeving: “Ik zal hen uitleiden uit de volken, hen bijeenbrengen uit de landen en hen brengen naar hun land. Ik zal hen weiden op de bergen van Israël, bij de water stromen en in alle bewoonbare plaatsen van het land. In goede weide zal Ik hen weiden en op de hoge bergen van Israël zal hun weideplaats zijn. Ze zullen daar neerliggen in een goede weideplaats en ze zullen grazen in de voortreffelijkste weide op de bergen van Israël” (Ezechiël 34:13-14).

De Herder voor wie terugkeren
De Eeuwige belooft dan pas zelf – en als David! – de Herder te zijn en dat is dus niet iets vanzelfsprekends. Dan pas wordt de Goede Herder in Zijn glorie hersteld door Zijn kinderen: “Ik zal Zelf Mijn schapen weiden en Ik zal hen Zelf laten liggen, zegt Adonai de Eeuwige. Het verlorene zal Ik zoeken, het afgedwaalde zal Ik terugbrengen, het gebrokene zal Ik verbinden, en het zieke zal Ik versterken. Maar het welgedane en het sterke zal Ik wegvagen. Ik zal hen weiden zoals het hoort. … Ik, de Eeuwige, zal hun G’d zijn. En Mijn Knecht David zal Vorst (herder in vers 23) zijn in hun midden. Ik, de Eeuwige, heb gesproken” (Ezechiël 34:15, 16, 24). Geen ruime voor schijnzekerheid.

Lion S. Erwteman