Ze komen uit het hele land, de bezoekers van de Weteringkerk in Amsterdam-Zuid. Morgen hangen er christelijke symbolen aan de wand, maar vandaag zie je hier allerlei Hebreeuwse teksten. Mannen slaan witte gebedskleden over hun schouder. Het is sabbat.
Terwijl menig christen vandaag de voortuin winterklaar maakt of groots inkopen doet bij de supermarkt, komen de leden van Beth Yeshua (Huis van Yeshua) bijeen voor een bijzondere samenkomst. Nathan van dertien staat vandaag in het middelpunt. Witte touwtjes bungelen speels heen en weer onder zijn trui. Nathan wordt bar mitswa, een ‘zoon van het gebod’ en treedt zo toe tot de mannenwereld. Wat onwennig en zichtbaar gespannen, schudt hij enkele bekenden de hand. Nathan is Joods én gelooft in Yeshua als zijn Messias, net als veertig procent van de gemeenteleden. De overige leden komen oorspronkelijk uit verschillende kerken.
Lion S. Erwteman stichtte de gemeente in 1991, samen met zijn vrouw, Elze Erwteman. “In het begin kwamen we eens per maand met veertig mensen bijeen. Nu telt de gemeente ongeveer 250 zielen,” vertelt Erwteman. “In Nederland ken ik geen vergelijkbare gemeentes, alleen enkele christelijke groepen die de Joodse rituelen hebben overgenomen.“
Beth Yeshua is een actieve gemeente, met tal van activiteiten. Zo organiseert ze elk jaar de internationale conferentie Shofar HaMashiach en krijgen toekomstige leiders bijbelonderwijs op het Educatieve Centrum Lamdeni (‘een open leerhuis, maar niet vrijblijvend!’). Maandelijks publiceert de gemeente het magazine Melach HaArets. Naast de eredienst op sabbat, bezoeken de leden eens per maand een huisgroep in hun regio.
Een dame uit Leiden komt de laatste maanden geregeld in Beth Yeshua. “Ik voel me hier erg thuis,” vertelt ze enthousiast. “Ik proef een oprechte navolging en liefde voor G’d (de Joodse schrijfwijze voor de Allerhoogste, red.). Geen toneelspel en toch een enorme feestvreugde.” Lies heeft een katholieke achtergrond en kwam enkele jaren geleden tot bewust geloof.
Al om 10.00 uur luisterde ze naar de bijbelstudie over de doop door onderdompeling. Erwteman sprak klare taal: “Yeshua kwam voor de zonden van de mensen uit het eerste verbond. Nergens in de Bijbel lees ik dat de Wet afgedaan heeft. Daarom moeten wij ons, naast ons geloof in het offer van Yeshua, houden aan zelfs het kleinste gebod. De doop door onderdompeling is een cruciaal beginpunt.” De vijftig toehoorders schreven driftig mee op hun kladblokjes en lazen samen Matteüs 5:19: ‘Wie dan één van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen…”
Lies vroeg aan Erwteman nog of ze zich misschien opnieuw moest laten dopen, hoewel ze vlak na haar bekering al in het ‘watergraf’ stapte. “Nee, dat hoeft niet,” stelde hij haar gerust. “De ideale manier is alleen dat je na je doop met goede intenties G’d gaat volgen; je stemt dan in met Zijn grondwet. Het offer van Yeshua biedt ons namelijk de sleutel aan om terug te keren tot de Eeuwige, zonder dat dit een goedkope garantie is voor een eeuwig leven met Hem.”
Rekenen veel christenen zich dus te rijk als ze de Wet als vervuld zien en ‘om niet’ eeuwig bij de Vader kunnen komen? Erwteman reageert: “Aan de genade van Yeshua kunnen we als mens niks bijdragen, dat klopt. Toch zegt Yeshua zelf dat Hij sommige mensen niet kent, hoewel ze in Zijn naam allerlei dingen hebben gedaan. Gelukkig hoef ik daar niet over te oordelen. Ik probeer als een soort coach mensen op weg te helpen. ”
Danspassen
Tegen half twaalf stroomt de lobby van de Weteringkerk aardig vol. De bijbelstudie over de doop is afgelopen. Bij de ingang staat een bakje met ronde rode keppeltjes. Een gastheer verzoekt mannelijke gasten een exemplaar, eventueel met haarklip, op het hoofd te zetten. In de zaal zoeken de paar honderd bezoekers een plaatsje. Onder aanvoering van Erwteman met zijn viool begint de muziek te spelen. “Red mij van mijn vijanden, Adonai, want U bedekt mij,” klinkt het door de zaal. Voor het podium verzamelen zich vooral vrouwen en kinderen. Op het rustige ritme van de muziek komt de kring in beweging. De sierlijke danspassen maken een vast onderdeel uit van de aanbidding. Ook bij ‘Glorie aan het Lam’ verschijnen tientallen mensen op de dansvloer.
“Na de dienst kun je op dansles,” vertelt Ruud Laterveer uit Almere. Hij en zijn gezin komen oorspronkelijk uit een charismatische gemeente, voordat ze zich aansloten bij de ‘dansende synagoge’. “Ook is er een cursus Hebreeuws om de liederen mee te zingen.” Op de stoel naast Ruud bereidt de voorzanger, de chazan, zich voor op zijn taak. Hij zingt de Hebreeuwse gebeden voor. Dave, de zoon van Ruud, zit onrustig op zijn vaders schoot. “Nu even stil zijn hoor,” fluistert zijn vader, die zich concentreert op de gebedsklanken. Statig en intens galmt het door de zaal, bijna als een opera-uitvoering.
De Tora
De dienst gaat verder. Nathan, de Joodse jongen, komt naar voren. Samen met Erwteman en zijn leraar halen ze de Tora uit de Aron HaKodesj, een kast op het podium. Daarna wandelt hij tussen de rijen door met de Tora op de arm. Bij de Biema, een kleine verhoging in de zaal, ontdoen ze de Tora van de zilveren kroon, de mantel en een schild. Het is een standaard ritueel in de samenkomst. Dan leest Nathan enkele stukken voor vanaf de Biema. Ook deelt hij zijn jonge, maar al erg ontwikkelde kijk op het leven, zijn geloof en de geschiedenis.
Na het officiële gedeelte breekt de feeststemming los. Een cd met opzwepende muziek begint te spelen. Een twintigtal volwassen mannen haakt in op de muziek en maakt een vreugdedans rondom Nathan, de nieuwe ‘zoon van het gebod’. Als klap op de vuurpijl tillen ze hem met stoel en al in de lucht. Een luid applaus stijgt op. Hij is nu volwassen.
De preek
Terwijl een dienst in de gemiddelde kerk allang afgelopen zou zijn, komt er hier vooralsnog geen einde aan de samenkomst. Erwteman doet zijn gebedsmantel goed en loopt richting een lessenaar. Hij gaat preken over het thema puurheid en behandelt – zoals altijd – een stuk uit de Wet, de profeten en de B’rit Chadasha, het Nieuwe Testament. Niemand geeft een kik; men gaat er nog even goed voor zitten. “De sabbat duurt de hele dag,” lacht Ruud Laterveer. “Mensen komen van ver en daarom nemen we uitgebreid de tijd voor de samenkomst.”
“De Bruid van Yeshua heeft een Joodse identiteit. Niet-Joden, die Yeshua leren kennen, worden als kleine olijftakjes, geënt op één grote Joodse olijfboom,” predikt de rabbijn het ene ‘statement’ na het andere. “In onze gemeente verwachten we dat je alle Joodse wetten gehoorzaam bent. Hier valt dus ook de besnijdenis onder, of je Joods bent of niet. Daarom zeggen we dat je pas een ambt kunt uitoefenen na besnijdenis!”
Een man schrikt er wel even van, bekent hij na afloop in de hal. “Ik kom hier nu enkele jaren, maar heb het met dit onderwerp best moeilijk. Zoiets beslis je niet even op een middagje.” Bernard komt uit de Oud-Gereformeerde Gemeente, maar voelt zich hier – ondanks de duidelijke taal – meer dan thuis. Met een lach: “In mijn omgeving snapt niet iedereen me, maar ik ben hier niet meer weg te slaan.”
Is Yeshua niet juist gekomen om de wet te vervullen, waardoor onder andere de besnijdenis overbodig is geworden? Erwteman reageert: “In 1 Johannes 5: 2 lees ik dat we én G’d moeten liefhebben én Zijn geboden moeten doen. Dat deden Yeshua en Paulus ook. De besnijdenis hoort daar dus ook bij. Wie zijn wij dan om de Wet te ontbinden?” De rabbijn vult nog aan dat dit heikele onderwerp niet elke week in preken naar voren komt. “Vergeet niet dat de besnijdenis voor Joden heel normaal is. Juist onder onze niet-Joodse leden is dit een moeilijk onderwerp. Daar gaan we dus ook in alle rust en met begrip mee om.”
Na de preek volgt het Avondmaal, maar niet zonder opnieuw een dringende oproep. In kleine kringen verzamelen de mensen zich rondom de beker en het brood. Een paar mensen blijven zitten. Afsluitend zet de band nog een lied in, waarna de gemeente vol vrolijkheid en bijna dansend zich een weg naar buiten wurmt. Nathan loopt nu ontspannen rond en grapt wat met een paar vrienden. “Het is een bijzondere sabbat door zijn bar mitswa en daarom hebben we een feestmaal,” vertelt Ruud, die wel zin in iets heeft. Het is al ver na half drie. “Zulke dagen als deze zijn hier gelukkig geen uitzondering!”