Gewijd óf Gewoon

Blijven verwachten

Waarom is dit jaar 2021 anders
Niet vanwege Corona, maar vanwege de Sjabbat op zaterdag 27 maart, is het even lastig manoeuvreren om direct over te gaan op de Pesach. De weken er aan voorafgaand ontdoen we ons huis van chamets, zuurdesem en gist. Op donderdag 12 Niesan, 25 maart, was de opdracht vanaf 19.43 uur te controleren of ergens nog wat chamets ligt. Dat is een traditionele zoektocht, die je afsluit met het vinden van een opzettelijk ergens geplaatst hoopje koek, broodkruimels of iets dergelijks. Dit heet bedikàt chaméts. Dat hoopje verzamel je en verpak je; en je bewaart het tot vrijdagochtend. Na het verpakken zeg je de verklaring van nietigheid, namelijk dat alle zuurdesem nietig is verklaard, ook als dat aan je aandacht ontsnapt.

Als verdwenen verklaren
Dat mag vreemd klinken, maar dit is wat alle mensen doen, die op een gegeven moment over hun eigen fouten, ook naar anderen toe, zeggen dat het “nu maar eens klaar moet zijn”. Op vrijdag 13 Niesan, 26 maart, wordt de gevonden chamets verbrand. Je houdt wel genoeg challe, sjabbatbrood, over voor de Sjabbat, dit vanwege de voorschriften van Sjabbat die hier dwars doorheen lopen. De traditie schrijft dat voor! Dan op zaterdag 14 Niesan, 27 maart: tot 10.04 uur (begin van chametsverbod) mag er challe gegeten worden. Dit ondanks het feit, dat je “alle zuurdesem” dan al als meer aanwezig hebt verklaard. Het tafelkleed wordt daarna voorzichtig buiten uitgeschud, vóór 11.25 uur. Tot het begin van de Seider viering wordt er traditioneel nog geen matse gegeten.

Pesach
En dan begint het bevrijdingsfeest. Begonnen als super enthousiaste viering na de geslaagde vluchtpoging uit toenmalig Egypte, vier je het nu alsof je erbij aanwezig was. Het is de bevrijding van je eigen gevangenschap, waarover je bijvoorbeeld kunt lezen in Romeinen 7:21-23, “Ik ontdek dus deze wetmatigheid in mijzelf: wanneer ik het goede wil doen, is het slechte in mij daarnaast. Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de Tora van G’d. Maar in mijn lichamelijkheid zie ik een andere wetmatigheid, die tegen de wet van mijn verstand strijd voert en mij tot gevangene maakt van de wet van de zonde, die in mijn leden is.” Het slechte wordt tijdens Pesach gesymboliseerd door zuurdesem, dat we weglaten uit ons dieet. Dat gemak staat niet in verhouding tot het kwijtraken van “het slechte in mij”.

Verwachting
De maanden april en mei zijn gevuld met verwachting. In april vieren we de overige dagen van Pesach, dat op zaterdagavond 27 maart (14 naar 15 Niesan) is begonnen). Op 17 Niesan, 30 maart, vier je de Opstanding uit de dood van Yeshua de Messias. En op 17 mei in Sjawoeot, het Wekenfeest (Pinksteren). Een ander voorbeeld van deze verwachtingsvolle situaties is de Omertelling. Dit is een bijbelse opdracht, die u vindt in Wajikra, Leviticus 23:15, “Dan moet je tellen vanaf de dag na de Sjabbat, vanaf de dag waarop je de garve (omer) van het beweegoffer gebracht hebt: zeven volle weken zullen het zijn. Tot de dag na de zevende Sjabbat moet je tellen, vijftig dagen. Dan moet je een nieuw spijsoffer aan de Eeuwige brengen.”

Verschillende data
De Messiasbelijdende Joodse beweging vat deze aanwijzing op als een opdracht om te tellen vanaf de tweede dag van Pesach. Ook hierin wijken we af van het Christendom, dat heeft besloten Pasen te laten vallen op de eerste zondag na de volle maan in de lente. In de eerste eeuwen vierde de Christelijke kerk Pasen op dezelfde dag als het Joodse Pesach. Maar het Concilie van Nicea wilde in 325 van de gangbare jaartelling overgaan tot een zelfstandige berekening van de paasdatum. En dat heeft zich verder ontwikkeld. Maar wij tellen op grond van de bijbelse opdracht. Het is de dag waarop de Eeuwige 3500 jaar geleden de Tien Woorden (Geboden genoemd in Nederland) gegeven heeft aan Zijn knecht Mozes.

Dwaasheid
Die twee, Woord en Geest, kunnen niet zonder elkaar. Paulus (Sjaoel) weet dat. Hij zegt hierover: “Wij weten immers dat de wet (de Tora) geestelijk is” (Romeinen 7:14). Paulus beseft dat wat geestelijk is, van de Geest van G’d is. En je hebt de Geest van G’d nodig om wat geestelijk is, te kunnen begrijpen en waarderen. In 1 Korinte 2:12 zegt hij dat met zoveel woorden: “Wij nu hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest uit G’d, opdat wij zouden weten wat ons door G’d in genade geschonken is.” De wet, dat is de Tora, is dus een geestelijke aangelegenheid, niet een achterhaalde zaak voor onvolwassen mensen. Sterker nog, je kunt die geestelijke wet alleen erkennen, begrijpen en waarderen wanneer je zelf de Geest van G’d als vertaalsysteem hebt.

Tora (Wet) en genade
Dat zegt Paulus in 1 Korinte 2:14: “Maar een ongeestelijk mens aanvaardt niet wat van de Geest van G’d is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is.” Kent u mensen die de wet, de Tora, dwaasheid noemen om nog te houden? Draag ze dan op in gebed, dat de Eeuwige hen met Zijn Geest kan bereiken. Waarom is die wet dan nodig? Sommige mensen zeggen: is de wet dan nog nodig? Dat woordje ‘nog’ heeft volgens hen betrekking op het grote offer dat Yeshua voor G’ds volk heeft gebracht. Het boeiende is dat de Bijbel zelf aangeeft dat G’ds volk, na tot geloof in Yeshua te zijn gekomen, juist zeer Toragetrouw was.

Tienduizenden
In Handelingen 21:17-20 staat: “En toen wij in Jeruzalem kwamen, heetten de broeders ons van harte welkom. En de volgende dag ging Paulus met ons Jakobus bezoeken; en alle oudsten waren daarbij aanwezig. En toen hij hen begroet had, vertelde hij in bijzonderheden wat G’d onder de heidenen door zijn dienst had verricht. En zij loofden G’d toen zij dit hoorden en zeiden tegen hem: Je ziet, broeder, hoeveel tienduizenden er onder de Joden gelovig zijn geworden en allen zijn zij ijveraars voor de wet.” En deze woorden worden niet met afkeuring of bezorgdheid, maar juist met enthousiasme en goedkeuring uitgesproken. En u leest het goed: het ging om tienduizenden Messiasbelijdende Joden, dat zegt de Griekse grondtekst letterlijk. Mensen die geestelijk waren ontwaakt en die zich terdege bewust waren van de genade door het offer van hun Joodse Messias Yeshua.

Geloof bevestigt de wet
Dus waarom de wet (en niet: waarom nog de wet)? Paulus, de wetsbetrachter bij uitstek, roept daartoe op. Hij schrijft onder meer: “Want besneden zijn (tot de Joden behoren) betekent niets, en onbesneden zijn (tot de groep van de gelovigen uit de volken behoren) betekent niets, maar wel het houden van G’ds geboden” (1 Korinte 7:19). Met andere woorden, tot welke groep je ook behoort, het doen van G’ds geboden betekent veel. In Romeinen 3:31 schrijft Paulus: “Stellen wij dan door het geloof de wet buiten werking? Volstrekt niet; veeleer bevestigen wij de wet.” De Messiasbelijdende Midrasja in Jeruzalem onder leiding van Joseph Shulam zegt over dit vers dat het Nieuwe Verbond aan Israël gegeven is en aan de hele wereld door de hand van Mozes op de berg Sinaï.

Genade en plicht
Daarmee verbinden zij het Oude Testament en het Nieuwe met elkaar als een geheel. Mensen die hun geloof in de Joodse Messias bevestigd zagen in Yeshua, beseften dat de Tora, de wet zo u wilt, juist meer geldigheid kreeg. Omdat Yeshua Zelf opdroeg om die wet te houden, leest u Matteüs 5:17-19. En waarom? Omdat gelovigen die geestelijk zijn ontwaakt, G’ds aanwezigheid zien in de Tora. Bovendien zullen zij nooit de genade van G’d, waarmee Hij een gelovig mens eeuwig leven geeft, verwarren met de plicht die een gelovig mens heeft om Hem te dienen volgens Zijn regels.

Iets nieuws verwachten
En waar nu de verwachting precies zit? Elke keer dat het Wekenfeest (de zeven weken plus een dag na Pesach) zich begint aan te dienen, dient zich weer de datum aan waarop de Eeuwige zo sterk aanwezig is. Data zijn voor Hem heel belangrijk, dat lezen we steeds weer in de Bijbel. En wanneer G’d zo sterk aanwezig is op de door Hem gekozen datum, kunnen wij ervan op aan dat er weer iets bijzonders staat te gebeuren. Dat geldt al voor elke dag.

Ontferming
Je leest hierover in Klaagliederen 3:22,23: “Het zijn de gunstbewijzen van de Eeuwige dat wij niet omgekomen zijn. Want Zijn barmhartigheden houden niet op, elke morgen zijn zij nieuw, groot is Uw trouw!” Zo is onze G’d. Voor Zijn kinderen die met spanning en verwachting komen vragen, heeft Hij steeds weer wat nieuws. Gunstbewijs heet in het Hebreeuws chesed, dat naast genade ook vriendschap betekent. Dat is G’ds motivatie: vriendschap met u en mij. Barmhartigheid of ontferming, heet in het Hebreeuws racham. Daarmee treedt G’d u en mij tegemoet. Hij weet hoe we worstelen. En Hij staat ons bij. Elke dag van de Omertelling.

Wekenfeest
Vijftig dagen na Pesach is het Wekenfeest. Pesach als feest van het getal 7 staat voor eindig, aardse weektelling, sterfelijk, terwijl Wekenfeest het getal 8 viert, het ontstijgen van de aarde, komen op de plaats waar de hemel de aarde ontmoet. Dat was letterlijk het geval op de eerste Pinksterdag, op de berg Sinaï. Sindsdien heeft Israël trouw Wekenfeest gevierd, beseffend dat die 8 nog op ons wacht. Zoals in Psalm 145 zo kunstig is geschreven, dat de beginletter van elk vers een letter van het Hebreeuwse alfabet is. Maar de psalm bestaat maar uit 21 verzen, in plaats van 22, het totale aantal letters. Na vers 13, met beginletter m (mem), komt vers 14 met beginletter samech: de letter noen ontbreekt. Die letter heeft getalswaarde 50, dat is: 72 plus 1. Je ziet de 8 erin. Die nog komen moet. Zo blijven we verwachten. Ik wens u verwachtingsvolle feesten.

Lion S. Erwteman