Belangrijke data in de geschiedenis van Israël
In de Shulchan Aruch vinden we dat Lag BaOmer is begonnen toen 24.000 studenten van rabbijn Akiwa, die leefde van ca. 50 tot ong. 135 (gangbare jaartelling), zijn gestorven aan een geheimzinnige plaag. Deze plaag zou ontstaan zijn doordat de volgelingen niet het respect aan elkaar toonden, dat bij hun geestelijk niveau hoorde. De plaag, die gezien wordt als door de Eeuwige gezonden, eindigde op Lag BaOmer. Op die manier bekeken is de dag het feest van de genezing van de karakters van de volgelingen van deze zo beroemde en wijze rabbijn van Israël. Tevens is deze dag de Jahrzeit, de sterfdatum van een beroemde rabbijn van de Tanna’iem, namelijk Shimon Bar Yochai. Hij was leerling van rabbijn Akiwa. De Tanna’iem waren de rabbijnen die de Misjna hebben samengesteld. Shimon Bar Yochai heeft volgens velen de Zohar geschreven, het centrale werk van de Kabbala. Op Lag BaOmer behaalde Bar Kochba, de beschermeling van rabbijn Akiwa, een overwinning op de Romeinen. Rabbijn Akiwa meende toen in Bar Kochba de Messias te herkennen, wat anderen het recht geeft om in Yeshua te geloven als de Messias. Bar Kochba verloor de oorlog tegen de Romeinen, die duurde van 132-135 (gangbare jaartelling), waardoor Israël de verstrooiing inging, die tot 1948 heeft geduurd.
De Messias die bevrijding zal brengen
Het getal 33 is verder belangrijk vanwege de periode dat David Hamelech, koning David, vanuit Jeroesjalajiem heeft geregeerd: “In Chevron heeft hij zeven jaar en zes maanden geregeerd over Jehoeda. En in Jeroesjalajiem drieëndertig jaar over heel Israël en Jehoeda” (2 Samuël 5:5). Koning David was overigens dertig jaar oud, toen hij zijn werk als koning begon. Dat was ongeveer dezelfde leeftijd, als waarop Yeshua Zijn werk begon. Het is niet toevallig dat koning David, die de lichamelijke voorouder is van de Messias, deze regeringsperioden (7 en 33) op zijn naam heeft staan. Elke pasgeboren zoon bezorgt zijn moeder 7 dagen onreinheid en 33 dagen afzondering, volgens Wajikra (Leviticus) 12:2-4. En elke zoon in de lijn van David is in het plan van redding en bevrijding van de Eeuwige een generatie dichter bij de verlossing geweest, die was voorzegd in Beresjiet (Genesis) 3:15, waar de zoon (van de vrouw Eva) de Messias zal zijn, die de tegenstander van G’d zal overwinnen. Zoonschap, David, Messias, ziet u de lijn?