Introductie
We zagen in mijn vorige artikel, ook al deed Yeshua goed en verkondigde Hij de liefde van G’d en Zijn komende Koninkrijk, hoe Hij de woede van sommige mensen opwekte en de actieve oppositie van anderen. Veel Joden volgden Yeshua, ook omdat ze geïnspireerd werden door Zijn leringen en handelingen, of omdat Hij bezat wat zij nodig hadden. Sommigen hebben Hem echter afgewezen omdat Hij meer gevraagd heeft dan zij bereid waren te geven. Sommigen betwistten Zijn interpretaties hoe de Tora te praktiseren en Zijn overtuigingen. En dan waren er die Hem als een bedreiging zagen die gestopt moest worden.
Wie invloedrijk is heeft het meest te verliezen
Zij waren degenen die het meest te verliezen hadden, als Yeshua genoeg volgelingen zou hebben om hen uit hun machtsposities, macht, voorrecht of rijkdom te verdrijven. Zij waren de invloedrijke Farizeeën en Sadduceeën in het Sanhedrin, leiders van de synagogen en academies, en de heersende familie van Herodes en hun aanhangers. Dit lijken dezelfde mensen te zijn naar wie het Evangelie van Johannes verwijst als ‘de Joden’ – niet alle Joden, maar degenen die Yeshua als een bedreiging zagen. Dit past ook bij de beschrijving van Paulus in Handelingen 13:27, “Want zij die in Jeruzalem wonen en hun leiders hebben Hem niet erkend en zij hebben de uitspraken van de profeten, die elke Sjabbat worden voorgelezen, door hun oordeel vervuld.”
Miskenning
De inwoners van Jeruzalem en hun leiders hebben niet alleen Hem miskend maar ook de woorden van de profeten die elke Sjabbat worden voorgelezen. Door Yeshua te veroordelen vervulden zij die woorden. Merk op dat ‘de Joden’ Yeshua veroordeelden, maar ze hebben Hem niet gedood. Dit werd door de Romeinen gedaan, ja, geïnitieerd door de Joodse autoriteiten. De Romeinen verzetten zich krachtig tegen elke bedreiging van hun heerschappij. Ze waren er snel bij om zelfs de geringste insinuatie van een opstand neer te drukken. Yeshua, wiens volgelingen Hem als de Messias zagen en Hem als koning wilden, werd zeker gekwalificeerd voor deze Romeinse behandeling.
Arrestatie
Yeshua wist dat Hij, toen Hij in Jeruzalem kwam, gearresteerd zou worden. Op weg naar Jeruzalem voor Zijn laatste Pesach waarschuwde Hij zijn discipelen in Matteüs 20:18, “Wij gaan naar Jeruzalem en de Mensenzoon zal worden overgeleverd aan de overpriesters en schriftgeleerden en zij zullen hem tot de dood veroordelen. Ze zullen Hem uitleveren aan de heidenen om te worden bespot en gekruisigd en op de derde dag zal hij opstaan.” Yeshua verwachtte dat Hij problemen zou krijgen met de autoriteiten, de overpriesters in de Tempel en de schriftgeleerden, die waarschijnlijk leden van het Sanhedrin waren en die de macht hadden Hem te veroordelen. Hij wist dat zij Hem niet zouden kunnen doden, maar dat ze Hem voor de executie naar de Romeinse autoriteiten zouden brengen.
Zwijgen opleggen
In deel 1 hebben we gezien hoe Yeshua’s indrukwekkende entree in Jeruzalem, Zijn activiteiten in de Tempel en Zijn leer tegen de corrupte leiders, Hem in de problemen brachten. Ze wilden Hem arresteren, maar dit zou tijdens het feest een probleem worden vanwege Zijn populariteit, zie Markus 14:1b. Hier zien we weer dat de overpriesters en schriftgeleerden, de tempeldienaren en het Sanhedrin, degenen waren die de leiding namen en probeerden Yeshua het zwijgen op te leggen. Het evangelie van Johannes vertelt van een poging om Yeshua te arresteren tijdens een eerder Loofhuttenfeest. Zij hadden de dienaren erop uitgestuurd om Hem te arresteren, maar ze kwamen terug met lege handen, zie Johannes 7:45-48.
Nicodemus’ pleidooi van tafel geveegd
Vanuit hun frustratie behandelden zij deze mensen als Tora-onwetenden. Maar deze mensen volgden Yeshua. En de autoriteiten waren bang voor hun reactie als ze Hem zouden proberen te arresteren. Nicodemus was een rijke, gerespecteerde man in Jeruzalem, die we ook kennen uit de Talmoed Gittin 56a. Hij lijkt een lid van het Sanhedrin te zijn en een discrete volgeling van Yeshua. Hij bepleitte de juiste gerechtelijke procedure van de Tora in Yeshua’s verdediging. “Er moet een grondig en eerlijk proces zijn om de feiten te bepalen voordat tot het oordeel wordt overgegaan”, beweerde hij. Maar de rechtbank veegde snel zijn argument van tafel, zie Johannes 7:50-52, “Nikodemus, die vroeger naar Hem was toegekomen, was één van hen. Hij zei tegen hen, Veroordeelt onze Tora een mens, zonder dat men zich eerst van hem op de hoogte gesteld heeft en kennisgenomen heeft van wat hij doet? Zij antwoordden hem: Bent u soms ook uit Galilea? Ga maar na, dan komt u erachter, dat uit Galilea geen profeet opstaat.”
Angst
Terugkerend naar de gebeurtenissen van die Pesachweek, zien we de overpriesters, Farizeeën en Sanhedrin opnieuw worstelen met het probleem. Naast hun eigen bezorgdheid over Tora-schendingen en godslastering, zien we een andere zorg. Als dit namelijk uit de hand zou lopen, zouden de Romeinen tussenbeide komen en de controle overnemen, waardoor de Joden alles zouden verliezen, de Tempel, Jeruzalem en het hele land. Dit was een zeer reële angst, zie Johannes 11:47-53. Terwijl de intriges en angsten van de religieuze en politieke leiders werden uitgespeeld, verhinderde de menigte, die voor het Pesachfeest bijeen was gekomen in Jeruzalem, dat zij actie ondernamen. Totdat ze hulp kregen van een van Yeshua’s eigen discipelen, Judas.
Wat bezielt een verrader als Judas?
Dit is te lezen in Matteüs 26:14-15, “Toen ging een van de twaalf die Judas Iskariot werd genoemd, naar de overpriesters. Hij zei: Wat krijg ik van u, als ik Hem aan u overlever? Zij betaalden hem dertig zilverstukken.” Wat zou het motief van Judas zijn geweest? Was hij teleurgesteld in de voortgang van de beweging van Yeshua? Wilde hij proberen Yeshua in een conflict te dwingen wat het Koninkrijk der Hemelen zou brengen? Of probeerde hij het werk van Yeshua te stoppen door Hem te verraden? We weten het niet. Maar Judas was inderdaad de sleutel, waarmee ze hun plannen zo discreet mogelijk zouden uitvoeren. Laat die avond, na de Pesachmaaltijd, nam Yeshua Zijn discipelen mee buiten de stad naar de tuin van Getsemané om te bidden. Judas kende die plaats en leidde de autoriteiten naar Hem toe, “… Het Sanhedrin wachtte hen op” (Johannes 18:3, zie ook Matteüs 26:57).
Veroordeling en uitvoering
Nu heeft het Sanhedrin vastgestelde regels voor hoofdgedingen die tot een doodstraf konden leiden. Een persoon kon niet met een unanieme uitkomst van stemmen worden veroordeeld. Iemand kon alleen overdag terechtstaan, en een veroordeling kon alleen de volgende dag worden uitgevoerd. Hierbij een opsomming van de relevante regels. Misjna Sanhedrin 4:1, In hoofdgedingen kan iedereen voor vrijheid stemmen, maar kan niet iedereen zich voor veroordeling uitspreken… Hoofdgedingen worden overdag behandeld, uitspraak vindt plaats op de volgende dag… Gedingen eindigen op dezelfde dag voor vrijspraak, maar de volgende dag voor veroordeling. Daarom vinden er geen rechtszaken plaats op vrijdagavond of op een avond voor een (periode van) hoogtijdag(en).
Regels van eerlijk proces overtreden
Zoals we zullen zien, werden deze regels niet gevolgd in het verhaal van Yeshua. Hij werd tijdens de nacht voor het Sanhedrin gebracht, “De hogepriester ondervroeg Yeshua over Zijn discipelen en over Zijn leer. Yeshua zei: Ik heb openlijk tot de wereld gesproken. Ik heb altijd in synagogen en in de Tempel onderwijs gegeven … Waarom ondervraagt u Mij? Vraagt u het toch aan degenen die gehoord hebben wat Ik tegen hen zei. Zij weten wat Ik heb gezegd. Toen Hij dit had gezegd, sloeg een van de dienaren die dichtbij stond, Yeshua in het gezicht en zei: Is dat hoe je de hogepriester antwoordt? Yeshua antwoordde: Als Ik onjuist heb gesproken, zeg dan wat er verkeerd was, maar als Ik juist heb gesproken, waarom slaat u me dan?” (Johannes 18:19-23).
Valse getuigen
Yeshua was slim met Zijn antwoorden om zichzelf niet te beschuldigen. Daarom zochten ze naar getuigen, zelfs valse getuigen, die een schending zijn van het negende gebod, omdat ze Hem wilden veroordelen, zie Matteüs 26:59-62. Twee getuigen, waarvan de getuigenissen overeenstemmen, zijn vereist om iemand te veroordelen. Maar valse getuigen die een leugenachtige verklaring afleggen, worden zelf veroordeeld door de Tora, zie Deuteronomium 19:15-20. Yeshua zag wat zij aan het doen waren en Hij ging niet akkoord, totdat de hogepriester met een eed zijn verzoek kracht bijzette, waardoor Yeshua moest antwoorden, zie Matteüs 26:63-66, “Maar Yeshua was stil. Toen zei de hogepriester tegen hem: ‘Ik leg jou onder de eed voor de levende G’d. Vertel ons of Jij de Messias, de Zoon van G’d bent.’
De claim van Yeshua
Yeshua zei tegen hem: ‘U hebt het gezegd. Maar Ik zeg u, vanaf nu zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Almachtige en Hem zien komen op de wolken van de hemel.’ Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zei: ‘Hij heeft G’d gelasterd! Waarom hebben we nog getuigen nodig? U hebt nu Zijn godslastering gehoord. Wat is uw uitspraak?’ Zij antwoordden: ‘Hij verdient de dood.’ Door te zeggen: “U hebt het gezegd”, heeft Yeshua blijkbaar de aanklacht niet ontkend. Hij verwees ook naar het visioen van Daniël van de Mensenzoon, zie Daniël 7:13. De hogepriester begreep dat Yeshua claimde dat Hij die hemelse persoon was. En Yeshua ontkende het niet.
Israël mocht geen doodstraf uitvoeren
Zo hebben ze een aanklacht van godslastering tegen Hem ingebracht, en legde het Sanhedrin unaniem en in dezelfde nacht – die beide illegaal zijn – Hem de doodstraf op. Israël onder de Romeinse heerschappij was echter niet meer soeverein en kon niemand executeren. Zij hadden hulp nodig van de Romeinen, waardoor zij Yeshua naar Pontius Pilatus, de gouverneur brachten, zie Johannes 18:28-31. De beschuldigingen die zij tegen Yeshua inbrachten, lezen we in Lukas 23:2, “We hebben vastgesteld dat deze man ons volk van het rechte pad afbrengt en de mensen ervan weerhoudt belastingen aan de keizer te betalen en zegt dat Hij zelf de Messias en koning is.” ‘Ons volk misleiden’ is een schending van Deuteronomium 13:13, waar wordt gewaarschuwd tegen iemand die Israëlieten misleidt om andere goden te volgen.
Respect voor de keizer
Yeshua zette niemand ertoe aan een andere god te volgen, maar ze dachten dat Hij een vreemde tora, een valse religie, onderrichtte. Deze aantijgingen betekenden echter niets voor de Romeinen. Een verbod belasting aan de keizer te betalen was iets wat de Romeinen serieus zouden nemen. Toen Yeshua werd gevraagd of Joden belasting aan de keizer zouden moeten betalen, was Zijn antwoord ‘Ja, geef aan de keizer wat hem toekomt.’ Een proclamatie van zichzelf als Messias of Koning, of een soort opstand tegen de Romeinse heerschappij zou de Romeinen zeker meer tergen, waardoor ze snel en hard zouden optreden. Toen Pilatus ontdekte dat Yeshua uit Galilea was, stuurde hij Hem naar Herodes Antipas, die in Jeruzalem verbleef.
Koning Herodes verwacht een teken
Dit is vermeld in Lukas 23:7-12, “Toen hij begreep, dat Hij uit het gebied van Herodes was, zond hij Hem door naar Herodes, die in die dagen ook in Jeruzalem was. Toen Herodes Yeshua zag, was hij zeer verheugd. Want hij had Hem reeds geruime tijd willen zien, omdat hij over Hem had gehoord. Hij hoopte een of ander teken door Hem te zien plaatsvinden. Hij ondervroeg Hem met veel woorden, maar Hij antwoordde hem niets. De overpriesters en de schriftgeleerden stonden Hem heftig te beschuldigen. Herodes smaadde en bespotte Hem, samen met zijn krijgsmacht. En hij deed Hem een schitterend kleed om en zond Hem zo naar Pilatus terug. Herodes en Pilatus werden op diezelfde dag met elkaar bevriend; voor die tijd immers leefden zij in vijandschap met elkaar.”
Romeinse rechtspraak in opspraak
Herodes’ ondervraging was onbetwistbaar. Hij liet zijn soldaten Yeshua bespotten en misbruiken en stuurde Hem terug naar Pilatus. Lukas 23:14-16, “Pilatus zei tegen hen, ‘U hebt mij deze man gebracht als iemand die het volk misleidt. Ik heb Hem in jullie aanwezigheid ondervraagd en heb deze man niet kunnen beschuldigen van welke van jullie aanklachten dan ook. En Herodes evenmin, want hij stuurde Hem terug naar ons. Hij heeft niets gedaan dat de dood verdient. Ik zal Hem daarom vrijlaten nadat ik Hem heb laten geselen.” Wat een vertoning, die beroemde Romeinse rechtspraak. Je wordt mishandeld en gegeseld, enkel en alleen omdat je voor het gerecht moet verschijnen, zelfs als ze geen aanklacht tegen je in kunnen brengen.
’Godslastering’
Pilatus praatte opnieuw met Yeshua vanwege de aanklacht, dat Hij zichzelf koning had verklaard, maar uiteindelijk vond hij geen bewijs om Hem te veroordelen, zie Johannes 18:33-35, “Pilatus ging weer het Praetorium in en liet Yeshua bij zich komen. Hij zei tegen Hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Yeshua antwoordde: ‘Vraagt u dit voor uzelf of hebben anderen dit u over Mij gezegd?’ Pilatus antwoordde: ‘Ben ik een Jood? Uw eigen volk en de overpriesters hebben u overgedragen aan mij; wat heeft u gedaan’?” Pilatus concludeerde, “Ik vind geen misdaad in Hem” (18:38). De Joodse autoriteiten hebben erop aangedrongen dat Yeshua ter dood moest worden gebracht. Hun aantijgingen bleven nog steeds: ‘godslastering’.
Pilatus wil Yeshua vrij laten gaan
“De Joden (letterlijk: mensen uit Judea) antwoordden hem: Wij hebben een wet. En door die wet zou Hij moeten sterven, omdat Hij zich de Zoon van G’d heeft genoemd (Johannes 19:7).” De titel Zoon van G’d is van toepassing op de koning van Israël, de zoon van David, en daarom hadden de aantijgingen ook nog steeds betrekking op de heersende Romeinen. Pilatus probeerde nogmaals Yeshua te ondervragen, maar Hij bleef stil. “Vanaf dat moment probeerde Pilatus Hem vrij te laten, maar de Joden riepen: Als u deze man loslaat, ben je geen keizervriend. Iedereen die beweert dat hij een koning is, verzet zich tegen de keizer (Johannes 19:12).”
Politiek spel
Pilatus gaf uiteindelijk toe aan het verzoek van de Joodse autoriteiten om Yeshua te veroordelen en te kruisigen. Ze hebben het politieke spel goed gespeeld en erop aangedrongen: We hebben geen koning, maar Caesar! Dus stuurde Pilatus Yeshua naar de soldaten die Hem meenamen, bespotten en vernederden, zie Matteüs 27:27-28, “Toen namen de soldaten van de gouverneur Yeshua mee, het Praetorium in. En zij verzamelden het hele bataljon voor Hem. Zij kleedden Hem uit en deden Hem een scharlaken kleed om.” Ze leidden Hem weg om gekruisigd te worden, zie Markus 15:26, “Het opschrift van de aanklacht tegen Hem luidde: ‘De koning der Joden’.”
Executie van Yeshua in de Talmoed
Nogmaals zien we het misdrijf waarvoor de Romeinen Hem gekruisigd hebben, namelijk dat Hij beweerde dat Hij koning van de Joden was, wat opstand of rebellie tegen Rome betekende. De Talmoed vermeldt de rechtszaak en de executie van Yeshua. Ze noemen Hem daarin ‘Jesjoe’, een acroniem (afkorting), die betekent: ‘moge zijn naam en de gedachten aan hem uit het geheugen verdwijnen’, zie Sanhedrin 43a: “En er is gezegd: Op de vooravond van Pesach hingen zij Jesjoe op, nadat dit veertig dagen eerder was aangekondigd: Jesjoe zal binnenkort veroordeeld worden voor tovenarij en voor het misleiden van Israël tot dwaling. Iedereen die informatie heeft om hem te bevrijden, laat hem komen en getuigen.”
Talmoed verzwijgt de illegale aspecten
“Maar er is geen bewijsmateriaal voor vrijspraak gevonden, en zij executeerden Hem op de vooravond van Pesach.” De aanklachten tegen Hem waren tovenarij en het misleiden van Israël, dezelfde beschuldigingen tegen Hem zijn genoemd in de Evangeliën. De rechtbank heeft een uitstel van 40 dagen op Zijn uitspraak aangekondigd, voor het geval er iemand met bewijsmateriaal zou komen om Hem te bevrijden. Toen er geen bewijs werd geboden, hingen ze Hem op de vooravond van Pesach op. Het verslag in de Talmoed verbergt echter de illegale aspecten van het verhaal van Yeshua, namelijk dat Hij in de nacht gearresteerd en voorgeleid was, op het feest, en unaniem diezelfde nacht werd veroordeeld.
Herodiaanse dynastie van poppenkastspelers
We hebben gezien hoe Yeshua wijd en zijd werd ontvangen in Galilea en in heel Israël, maar werd gehinderd en afgewezen door sommigen, vooral door de Joodse autoriteiten in Jeruzalem. Het waren de overpriesters, dienaren van de Tempel, schriftgeleerden en Farizeeën die verbonden waren met het Sanhedrin en seculiere Joden die de Herodiaanse dynastie van poppenkastspelers volgden. Die waren door Rome aangesteld. Zij waren het die Zijn arrestatie en proces hebben georganiseerd, die Hem veroordeeld hebben, strafbaar hebben gesteld voor religieuze misdaden gevolgd door de doodstraf en die Hem hebben overgegeven aan de Romeinen.
Na Zijn opstanding
Hij was ondervraagd door Pontius Pilatus, de gouverneur, en door Herodes Antipas, die over Galilea regeerde. Zijn doodsvonnis werd met terughoudendheid gefaciliteerd door Pilatus; en vervolgens uitgevoerd. Dit was echter niet het einde van het verhaal. Na Yeshua’s opstanding werd de boodschap van Yeshua voortdurend verspreid. Handelingen 2 beschrijft het als volgt: “Er verbleven Joden in Jeruzalem, vrome mannen uit alle landen, die de prediking van Petrus hoorden op het Wekenfeest (Sjawoeot). En ongeveer 3000 van hen geloofden het Goede Nieuws en werden gedoopt.”
Vele tienduizenden Joden
Handelingen 6:7 voegt eraan toe, “…en een grote groep priesters gaf gehoor aan het geloof.” Later vertelt Jacobus trots aan Paulus, dat “..vele duizenden1) Joden er onder de Joden zijn gaan geloven in het Goede Nieuws. En ze zijn allemaal ijverig voor de Tora” (Handelingen 21:20). Dus het Goede Nieuws van Yeshua werd omarmd door grote aantallen Tora-getrouwe Joden, samen met vele priesters. Het is waar dat de meeste Joodse autoriteiten de mensen ervan hebben overtuigd Yeshua te verwerpen, maar zeker niet allemaal. Er is altijd een aantal Joden geweest dat gelooft, waaronder rabbijnen. De tijd zal komen, en mag het spoedig zo zijn, dat de Eeuwige Yeshua zal bekendmaken aan het hele volk van Israël. Amen.
Leib Reuben
Jeruzalem
1) Letterlijk in de grondtekst: tienduizenden