Messias Yeshua onderwijst Tenach en Joodse Halacha 12: Recht en oordeel in de Gemeente

Eerlijkheid in de rechtbank

Voordat ik naar Israël verhuisde, was ik leider van een gemeente in Amerika. We hadden daar ook zo onze geschillen. Eén geval staat me hiervan nog bij. Een van mijn gemeenteleden was automonteur. Iemand uit een andere gemeente had hem ingehuurd om een reparatie aan de motor van zijn auto uit te voeren. Mijn gemeentelid deed dat, maar tijdens de uitvoering maakte hij een fout, waarbij hij schade aan de motor veroorzaakte. Het ging per ongeluk en hij was bereid de schade uit eigen zak te repareren. Maar de eigenaar van auto was woedend en eiste dat hij een nieuwe motor zou betalen. Mijn gemeentelid vertelde me het verhaal en ik, in mijn onschuld, dacht ik dat we het geschil onderling zouden kunnen oplossen door een ‘rechtszitting’ te houden, waarbij ikzelf samen met de voorganger van de auto-eigenaar, een of twee oudsten van beide gemeenten, de twee partijen en een getuige, aanwezig zouden zijn. Ik was geschokt en verdrietig toen niet alleen de eigenaar van de auto weigerde, maar zijn voorganger ook en hem adviseerde om de zaak voor de rechter voor kleine rechtszaken te brengen.

 

Geen nieuw probleem

De apostel Paulus heeft soortgelijke gevallen in de gemeente in Korinthe ook meegemaakt, waarbij leden hun grieven aan burgerlijke rechtbanken hebben voorgelegd in plaats van ze aan de gemeente voor te leggen. Hij zegt, “Voor wat betreft recht en oordeel, iemand van jullie durft als de een tegen de ander iets heeft, recht te zoeken bij de onrechtvaardigen, in plaats van het voor de heiligen neer te leggen. Weten jullie niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En als de wereld door jullie geoordeeld gaat worden, kunnen jullie dan zulke kleinigheden nog niet eens onder elkaar oplossen? … Als er geschilpunten zijn die het dagelijkse leven betreffen, kan zelfs de minste uit de gemeente daarover rechtspreken. 5 Schaam je! Is er bij jullie dan niemand wijs genoeg om te beslissen tussen de ene gelovige en de andere …?” (1 Korinthe 6:1-5).

 

Profeten

Yeshua waarschuwde Zijn aanhangers ook voor de Romeinse rechtbanken, “Zorg ervoor dat je het op tijd eens wordt met je tegenpartij. Want als hij je voor de rechtbank sleept, wordt je misschien wel in de gevangenis gegooid. Dit is waar en ik zeg je, je zult nooit vrij uitgaan, voordat je de laatste cent hebt betaald” (Matteüs 5:25-26). Burgerlijke rechtbanken kunnen genadeloos zijn. Er wordt niet altijd recht gesproken. En soms vertrekken partijen en is het nog erger, dan toen ze binnenkwamen. Juist in Israël waarschuwt de Tora de rechters om eerlijk te zijn in zaken die betrekking hebben op de armen, wezen, weduwen en vreemdelingen (Deuteronomium 27:19). Maar vaak waren ze dit niet. De profeten veroordeelden de rechters, omdat ze voordeel trokken uit deze weerloze zielen, zie bijvoorbeeld Zacharia 7:9-11.

 

Yeshua’s regels van rechtspraak

In Matteüs 18 geeft Yeshua Zijn discipelen instructies om geschillen tussen gemeenteleden te behandelen. Bij G’ds volk zouden geschillen verstandig moeten worden opgelost; en de uitkomst zou rechtvaardig moeten zijn. Dat laatste heeft elke gemeenschap nodig in het geval van een geschil en voordat een strijd escaleert, waarbij leden tegen elkaar gaan opstaan. Yeshua schetst een ordelijke procedure voor het oplossen van geschillen, waarbij zo weinig mogelijk mensen betrokken worden; een die hopelijk zal eindigen zonder afbreuk te doen aan partijen en waar recht is gedaan aan alle partijen.

Matteüs 18:15-20, “Als een van je broeders tegen jullie zondigt, moet je hem dat onder vier ogen zeggen. Als hij naar je luistert, heb je hem teruggewonnen. Doet hij dit niet, neem dan één of twee anderen mee die getuigen kunnen zijn. Wil hij nog niet luisteren, leg het dan voor aan de gemeente. Als hij weigert om zelfs naar de gemeente te luisteren, dan moet je niet meer met hem omgaan. Waarlijk, ik zeg je, wat je op aarde bindt, zal in de hemel gebonden zijn; en wat je op aarde ontbindt, zal in de hemel worden ontbonden. Nogmaals zeg ik je, als twee of drie van jullie iets overeenkomen wat ze aan mijn Vader in de hemel vragen, zal Hij het voor hen doen. Want waar twee of drie in Mijn naam zijn verzameld, daar ben ik bij hen.” Ik zal deze passage in stappen uitleggen, zodat we dit proces beter kunnen begrijpen.

 

Wat houdt zonde in?

Als een van je broeders tegen jullie zondigt…’ Yeshua gebruikt het woord ‘zonde’. Hij praat niet over iemand die je irriteert. Hij spreekt van iemand die een daadwerkelijke schending van de Tora begaat tegen jou. De zonden die gepleegd worden tussen andere mensen worden anders behandeld. We zullen die vraag wellicht in een ander artikel opnemen. Wat voor soort zonde zou een medelid tegen je kunnen begaan? Het kan zijn dat iemand iets van je steelt, schade aan je eigendom veroorzaakt, ervoor zorgt dat je gewond raakt, of je in het openbaar te schande zet, waardoor je reputatie wordt beschadigd.

Het kan zijn dat een zakelijke transactie slecht gaat, iemand een product verkeerd voorstelt (fraude) of geen product of dienst levert. Er zijn voorbeelden van vele zulke zonden in de Tora. In mijn gemeente vroeger heb ik, om dit gemeentelijke gerechtelijk proces uit te leggen, gezocht naar wat ik een ‘vervolgbare overtreding’ noemde. Met andere woorden, er moet één persoon zijn die beweert dat een ander een duidelijke zonde of misdaad tegen hem heeft begaan, bij voorkeur met bewijzen en getuigen. In geval van een minder zware overtreding, zoals een meningsverschil of wijze van aanpak, of persoonlijke voorkeuren, hoopten we dat mensen volwassen genoeg zouden zijn om dergelijke geschillen met elkaar op te lossen, of misschien met wat bemiddeling.

 

Voorkomen naar de rechter te stappen

“Bespreek het geschil onder vier ogen”. Het geeft altijd de voorkeur een zaak tussen de twee partijen op te lossen. Er is dan een grotere kans om een overeenkomst te bereiken die beide partijen tevreden stelt. Een rechtbank – zelfs een rechtbank in de gemeente – zou mogelijk een beslissing aan partijen moeten opleggen, wat alle betrokkenen teleur kan stellen. Ik heb al eerder de waarschuwing van Yeshua genoemd in Matteüs 5:25, om buiten de rechtbank te blijven. Een rechter kan een oordeel over u afdwingen, waarbij u vervolgens spijt als haren op uw hoofd kunt krijgen. Als u het met het andere gemeentelid onderling kunt regelen, zullen beiden gelukkig zijn en kan de relatie in vrede worden hersteld.

 

Maar als de dader niet akkoord gaat, dan is de volgende stap dat er getuigen worden opgeroepen. “… als je niet naar je geluisterd wordt, neem dan een of twee anderen met je mee …” Getuigen zijn een belangrijk onderdeel van de gerechtelijke procedure in de Tora. Gevallen waarbij het woord van de een tegen het woord van de ander gaat, zijn moeilijk of onmogelijk te beoordelen. Getuigen zijn nodig om de feiten van de zaak te bevestigen. Yeshua’s oproep voor twee of drie getuigen komt rechtstreeks uit de Tora, “Veroordeel niemand op grond van de uitspraak van slechts één getuige. Er moeten minstens twee of drie getuigen zijn” (Deuteronomium 19:15).
Waarom staat er ‘twee of drie’ geschreven?

Als twee genoeg zijn, waarom noemt de Tora dan dat er drie moeten zijn? De rabbijnen vertellen ons dat dit komt, omdat de getuigen het eens moeten zijn over de feiten. En als er drie getuigen zijn, moeten alle drie het eens zijn. Paulus haalt hetzelfde gebod van de Tora aan, wanneer hij Korinte bezoekt. Hij hoort alleen zaken aan als deze door twee of drie getuigen worden ondersteund, “Dit is de derde keer dat ik naar jullie zal komen. Elke beschuldiging moet worden onderbouwd door verklaringen van twee of drie getuigen” (2 Korinte 13:1). Maar wie zijn deze getuigen? Uit het onderwijs van Yeshua klinkt het, alsof hij de benadeelde persoon vraagt om getuigen te brengen die getuigen zijn van de ontmoeting tussen de partijen. Maar ik stel me zo voor dat, zoals ook de Tora het zegt, de getuigen getuige zijn geweest van de overtreding.

 

Ze zagen of hoorden wat er tussen de partijen gebeurd is en ze kunnen de rechters helpen de feiten van de zaak vast te stellen. Dit lijkt ook Paulus’ inzicht te zijn. Een andere reden voor mijn interpretatie is dat ik geen waarde hecht in het aanmoedigen van een verontwaardigde persoon om extra mensen in de zaak te brengen. Dit kan de zaak door de gemeente heen verspreiden, en ervoor zorgen dat mensen partij kiezen en het geschil escaleert in een gemeenschapsstrijd. Waarom getuigen brengen naar de benadeelde persoon voordat hij naar de rechtbank gaat? Misschien, als de persoon probeert te ontkennen dat hij het overtreding heeft begaan, kunnen de getuigen die overtreding bevestigen. ‘Ja, dat heb je gedaan. We zagen dat je het deed en dat zullen we in de rechtbank zeggen’. Dit kan tot een oplossing aanmoedigen. Maar als de persoon vastberaden is, dan moeten we doorgaan naar de volgende stap.

 

Rechtszaak in de gemeente

“Als het lid weigert te luisteren, leg het voor aan de gemeente…” Naar mijn mening bedoelde Yeshua de zaak voor de oudsten van de gemeente te brengen. Zoals ik al eerder zei, zie ik het nut niet om een persoonlijke zaak voor de hele gemeente te brengen. Hoe zou het besloten worden? Wie zou beslissen? Ik ben er derhalve redelijk zeker van, dat Hij bedoelde naar de oudsten te gaan, die de gemeente vertegenwoordigen en als rechters in zulke zaken ook dienen. De oudsten kunnen een rechtbank bijeenroepen om de zaak op te lossen en te laten rusten. In de Tora hebben we een procedure om te beslissen over een zaak, al geef ik toe dat dit geen vaststaande vorm is. De Tora spreekt over een zaak die de plaatselijke rechters niet kunnen beslissen.

 

Dus komen ze naar de rechter in Jeruzalem, een soort hooggerechtshof. De beslissing van die rechter is definitief en wordt beschouwd als van Adonai. “Als u een zaak wordt voorgelegd die te moeilijk voor u is -bijvoorbeeld als iemand schuldig is aan moord, wanneer niet genoeg bewijs tegen hem bestaat of als inbreuk is gepleegd op iemands rechten – dan moet u met die zaak naar het heiligdom van Adonai, uw G’d gaan, naar de priesters en de Levieten. De dienstdoende rechter zal over die zaak een uitspraak doen. U moet handelen volgens de rechtsspraak die vanuit het heiligdom wordt vastgesteld. Het vonnis moet nauwkeuring uitgevoerd worden. En de straf die op deze wijze is bepaald moet volledig worden uitgevoerd” (Deuteronomium 17:8-11).

 

In onze passage spreekt Yeshua van een lokaal geval, waar de partijen het niet tussen elkaar kunnen oplossen, niet een federale zaak. Maar het idee is duidelijk: als u een zaak naar een rechter brengt, zal de beslissing van de rechter definitief zijn en de zaak eindigt daar. Dit is een andere reden om er gezamenlijk uit te komen, voordat u naar de rechter stapt. Dat is omdat, als u de beslissing van de rechter(s) niet acceptabel vindt, u het toch moet accepteren. De zaak kan in behandeling worden genomen, wanneer elke partij zijn kant aan de rechters voorlegt, met bewijzen en getuigen ter ondersteuning. De rechters onderzoeken de getuigen en de procureur en nemen dan hun beslissing.

 

Aanstelling van rechters

Volgens de Joodse wet worden rechters door andere rechters aangesteld. Een rechter legt zijn handen op het hoofd van een aangestelde en verklaart hem volgens de Tora bevoegd om te verbieden en toe te staan op grond van de Tora, te onderwijzen en te oordelen. Sinds het bestaan van de Talmoed is er een overlap tussen de functies van rechter en rabbijn, hoewel niet alle rabbijnen rechters zijn. Aanstelling heet in het Hebreeuws smiecha, wat inhoudt het opleggen van handen als een symbool van het overdragen van autoriteit. De Talmoed geeft een voorbeeld van de neef van Rabbi Chiya, die in het land Israël smiecha wordt gegeven, om als rechter in Babylon te functioneren.

 

In Sanhedrin 5a staat, “Toen Rabba bar Chana naar Babylon ging, heeft zijn oom, rabbijn Chiya tegen rabbijn Jehoeda HaNasi gezegd: ‘De zoon van mijn broer gaat naar Babylonië. Mag hij lesgeven? Hij mag lesgeven. Mag hij ook oordelen – in situaties van monetaire wetgeving? Hij mag oordelen. Mag hij een vergunning afgeven dat iets (een eerstgeboren dier) toestaan is? Hij mag zo’n vergunning afgeven (autoriseren). Het Hebreeuwse woord hier voor ‘autoriseren of vergunning afgeven’ is jatir, wat betekent: losmaken of loslaten. In het rabbijnse Hebreeuws betekent vastbinden of binden: iets verbieden, en losmaken of loslaten: iets toestaan.

 

Dus wanneer Yeshua tegen Zijn discipelen zegt: “Wat je op aarde bindt, zal in de hemel gebonden zijn en wat je op aarde ontbindt, zal in de hemel ontbonden worden”, gebruikt Hij een taal die vergelijkbaar is met de Talmoedische taal van autorisatie verlenen en officieel aanstellen. Hij zegt tegen Zijn discipelen: “Alles wat je op de aarde verboden verklaart, wordt beschouwd als verboden in de hemel, en alles wat je verklaart op aarde als toegestaan, wordt beschouwd als toegestaan in de hemel.” Hij geeft hen de bevoegdheid om volgens de Tora juridische beslissingen te nemen. Dit stelt hen in staat oordeel uit spreken over lokale geschillen tussen leden van de gemeenschap.

 

De Misjna stelt dat “monetaire (civiele) zaken worden beoordeeld door drie rechters” (Sanhedrin 1:1). Deze lokale rechtbanken werden zeer serieus genomen. De Misjna zegt: “Elke drie mannen die een rechtbank vormen over Israël, moeten beschouwd worden als de rechtbank van Mosjee” (Rosj Hasjana 2:9). Yeshua gaf ook Zijn eigen autoriteit aan de rechtbanken, gevormd door Zijn discipelen, toen Hij tegen hen zei: “Waar twee of drie in Mijn naam zijn verzameld, ben Ik onder hen” (Matteüs 18:20). Yeshua, zoals Mozes, geeft Zijn autoriteit aan Zijn rechtbanken en rechters.

 

Een vaak voorkomend misverstand

Nu wil ik vers 18:19 behandelen, dat vaak verkeerd begrepen wordt. “Als twee van jullie hier op aarde het eens zijn over iets, wat u vraagt, zal het voor hen zijn van Mijn Vader ”. Op het eerste gezicht lijkt het dat Yeshua belooft, dat wanneer twee van Zijn volgelingen het eens zijn over iets wat ze van G’d vragen, dat G’d het voor hen zal doen. In veel vertalingen lezen we “als twee van u akkoord gaan met alles wat u vraagt…”. En veel vertalingen voegen toe zal het voor u gedaan worden’’. Dit klinkt als een echte mooie belofte, dat Yeshua G’d verplicht om iets te doen wat wij vragen, wanneer twee van ons ermee akkoord gaan. Maar als dit zo was, zou het hier helemaal niet op plaats zijn midden tussen een leer over gemeentelijke discipline. Bovendien past het niet bij het bijbelse concept van het verzoeken van G’d. Gebed is niet onderhandelbaar of onderhandelbaar met G’d, en zeker niet eisend. Dus laten we eens kijken naar dit vers.

 

Let op de verandering van de voornaamwoorden: “als twee van jullie”, met andere woorden, als de discipelen, of in dit geval de rechters, het op aarde eens zijn over alles wat ze vragen, dat wil zeggen: alles wat de mensen of aanklagers vragen, “dan zal het zijn voor hen, voor hen die procederen, van Mijn Vader”. Er staat niet “gedaan worden” in de Griekse tekst. Yeshua zegt niet dat G’d alles zal doen. Integendeel, de context is dat een geschil in een rechtbank wordt beoordeeld. Ik denk dat deze gedachte veelal gelijk is aan die van Deuteronomium 17 wat ik eerder heb genoemd, dat als de geautoriseerde rechters tot een uitspraak komen in een juridisch geschil, hun uitspraak beschouwd wordt als afkomstig van Adonai. Zijn gebruik van de woorden ‘op aarde’ en ‘in de hemel’ lijkt op de betekenis van vers 18: wat de discipelen beslissen ‘op aarde’ zal worden bevestigd ‘in de hemel’. Dit geldt zowel voor hun eigen beslissingen als voor hun uitspraken in rechtszaken.

 

Rechtbankprocedure

De Misjna geeft ons een kijkje in de werking van deze lokale rechtbanken.

Sanhedrin 3:1, “Monetaire (civiele) zaken [worden beoordeeld] door drie [rechters]. Eén [aangeklaagde] selecteert er een en de andere selecteert er een, en … de Wijzen zeggen dat de twee rechters een extra rechter kiezen …” Niet alle drie hoefden ze een officiële aanstelling gehad te hebben. Ze werden gekozen uit de leden van de gemeenschap. Het moesten mannen zijn van wijsheid, met ervaring en met een goede reputatie. De Misjna lijkt niet te eisen, dat rechters voor deze lokale zaken officieel aangesteld moesten zijn. Maar als één of meer mannen met smiecha beschikbaar waren, zou dat ervoor zorgen dat alles volgens de Tora werd gedaan. In onze tijd zou de rabbijn van de gemeente gewoonlijk optreden als een van de rechters. Zodra de rechters zijn gekozen, kunnen de getuigen voor hen worden gebracht om te getuigen.

 

3:6, “Hoe onderzoeken zij de getuigen? Zij zouden hen binnenbrengen en hen geruststellen. Dan zouden zij alle mensen naar buiten zenden, met uitzondering van de oudste en tot hem zeggen: ‘Zeg hoe je weet dat de ene de andere iets verschuldigd is’. Als hij dan zegt, ‘hij heeft mij verteld; ik ben hem iets verschuldigd of, ‘die-en-die vertelde mij dat hij hem iets verschuldigd is’, dan betekent dit niets. Alleen als hij zegt: ‘In het bijzijn van ons heeft hij verteld dat hij hem tweehonderd zoes verschuldigd is’. Hierna zouden zij de tweede [getuige] moeten binnen brengen en hem verder moeten onderzoeken. Als ze vinden dat hun woorden voldoende zijn uitgelijnd, beraadslagen zij [de rechters] zich over de kwestie …” De getuigen moeten ooggetuigen zijn van het incident. Iets weten van-horen-zeggen werd niet geaccepteerd.

 

3:7, “Wanneer de zaak is voltooid, brengen zij de aangeklaagde naar binnen. De belangrijkste van de rechters zegt: ‘Zo-en-zo, u bent onschuldig; of: ‘Zo-en-zo’ u bent schuldig’. (www.sefaria.org)

Rechters worden vermaand onpartijdig te zijn. Bij de beoordeling van de getuigen moeten de rechters ervoor zorgen, dat zij geen sturende vragen stellen die een getuige zou beïnvloeden zijn verhaal te veranderen. Pirkei Avot 1:8-9, “Jehoeda ben Tabai zegt: ‘… als de aangeklaagden voor u staan, zouden ze in uw ogen als kwaadaardigen moeten zijn; en als ze onschuldig zijn verklaard, zouden ze in uw ogen verdienstelijk moeten zijn, wanneer zij het oordeel hebben aanvaard’. Shimon ben Shetach zegt: ‘Onderzoek de getuigen grondig, maar wees voorzichtig met je woorden, zodat je hen niet leert te liegen’.

 

Conclusie

Deze instructies geven ons een idee hoe burgerlijke zaken werden behandeld volgens de Joodse wet in de tijd rond Yeshua. Yeshua volgde deze gebruiken en leerde Zijn discipelen deze ook uit te voeren. Als Matteüs 18 in dit licht wordt gezien, hebben we een goed idee hoe Yeshua wil dat we geschillen oplossen en de vrede herstellen. Natuurlijk is het beter, wanneer we zonder geschillen kunnen leven. Maar geschillen zullen onvermijdelijk zijn. En laten we dan de moeite doen om het geschil tussen de partijen op te lossen, zonder iemand anders erbij te betrekken en er een gemeenschappelijke zaak van te maken.

Als dat niet lukt, kunnen we mensen met ons meebrengen die het voorval hebben gezien en proberen de dader te overtuigen, dat hij de aanklacht moet afhandelen. Als hij nog steeds weigert te luisteren, komen de aangeklaagde en hun getuigen naar de oudsten van de gemeente, wordt er een rechtbank gevormd van drie neutrale rechters, die de getuigen en de aangeklaagde zullen aanhoren en bevragen, hun uitspraak zullen doen en de zaak zullen herstellen. De aangeklaagden moeten hun uitspraak accepteren alsof ze uit de hemel zijn, de zaal in orde maken en dan in vrede gaan. Met de hulp van G’d kunnen we leren vrede te houden.

Leib Reuben
Jeruzalem