Op 1 oktober 1946, na 216 rechtszittingen, sprak het Internationaal Militair Tribunaal in Neurenberg zijn vonnissen uit. De tien leiders van de nazi partij werden ter dood veroordeeld door ophanging. De executie zou plaatsvinden op 16 oktober van datzelfde jaar 1946. De Duitse generaal ulius Streicher maakte zijn melodramatische verschijning om 02.12 uur.
Zijn handboeien werden verwijderd en zijn blote handen werden vastgebonden. Deze lelijke, dwergachtige kleine man, gekleed in een versleten pak en een versleten blauwachtig overhemd dichtgeknoopt aan de nek, maar zonder stropdas (hij was berucht tijdens zijn dagen van macht vanwege zijn flitsende kleding), keek naar de drie houten galgsteigers die dreigend voor hem oprijzen.
Toen keek hij naar de hele opstelling en zijn ogen bleven even rusten op de kleine groep getuigen van de executie. Tegen die tijd waren zijn handen stevig op zijn rug gebonden. Twee bewakers, één aan elke arm, leidden hem naar galg Nummer Een, links van de ingang. Hij liep gestaag de zes voet naar de eerste houten trede, maar zijn gezicht trilde.
Toen de bewakers hem onder aan de trap tegenhielden om zich te identificeren, schreeuwde hij zijn doordringende schreeuw: ‘Heil Hitler!’ Terwijl de echo ervan wegstierf, zei een Amerikaanse kolonel die bij de trap stond scherp: ‘Vraag de man naar zijn naam.’ op de vraag van de tolk schreeuwde Streicher: ‘Je kent mijn naam goed.’ De tolk herhaalde zijn verzoek en de veroordeelde man riep: ‘Julius Streicher.’
Toen de Duitse generaal Julius Streicher het platform van galgconstructie bereikte, riep hij uit: “Nu gaat het naar G-d”. Hij werd de laatste twee treden naar de specifieke executieplaats, recht onder het touw van de beul, geduwd. Het touw werd door de beul tegen een houten rail gehouden. Streicher werd plotseling naar de getuigen toegekeerd. Hij keek hen woedend aan.
Opeens schreeuwde hij: ‘Purim Fest 1946.’ Bedenk dat Poeriem een Joodse feestdag is die in de lente wordt gevierd, ter herdenking van de executie van Haman, de oude vervolger van de Joden, samen met zijn tien zonen. Dit wordt in het boek Ester beschreven. Streicher was al vroeg in de geschiedenis van de beweging een nazi. Hij was deredacteur en uitgever van de antisemitische krant ‘Das Strummer’.
In mei 1924 schreef en publiceerde Streicher een artikel over Poeriem getiteld “Das Purimfest”, Duits voor: Het Festival van Poeriem. Om zijn venijnige aanval te publiceren, moet Streicher veel kennis hebben gehad van het Joodse denken en handelen. We kunnen echter alleen maar speculeren in hoeverre hij zich bewust was van de opmerkelijke parallellen tussen Haman en zijn eigen executie. Ze zijn echter wel opvallend.
Zie Ester 9:12-14, “De koning zei tegen de koningin Ester: ‘De Joden hebben vijfhonderd mannen gedood en vernietigd in de hoofdstad Sjoesjan, en de tien zonen van Haman … Wat uw verzoek ook is, het zal worden ingewilligd. Wat uw verzoek verder ook is, het zal worden gedaan.’ Toen zei Esther: ‘Als het de koning behaagt, laat het dan aan de Joden die in Sjoesjan wonen, worden toegestaan, dat zij morgen ook doen net als op deze dag. En laat de tien zonen van Haman aan de galg worden gehangen’ .”
Wanneer we de lijst van Hamans zonen onderzoeken, zien we dat in drie namen van de tien, een letter kleiner geschreven wordt, dan alle andere letters van de tekst in de rol van Ester. Het gaat om de letter tav in de naam פרשנדתא (Parsjandata), de letter sjin in de naam פרמשתא (Parmasjta) en de letter zain in de naam ויזתא (Vizata). Zie de afbeelding, de 1e, 7e en 10e naam.
Die drie opvallend kleiner geschreven Hebreeuwse letters, taf-sjin-zain, vormen samen de laatste drie cijfers van het Joodse jaar 5707. Dat komt overeen met het wereldlijke jaar 1946, het jaar waarin die tien nazimisdadiger werden geëxecuteerd.
De processen van Neurenberg waren een militair tribunaal en daarom was de executiemethode meestal door een vuurpeloton. De rechtbank schreef echter ophanging voor. Esters verzoek “Laat de tien zonen van Haman worden opgehangen” echoot door de eeuwen heen. Even griezelig is dat de datum van de executie, zijnde 16 oktober 1946, viel op Hosjeana Rabba (21 Tisjri), de dag waarop Adonai de uitspraken van Rosj HaSjana voor het komende jaar bezegelt.
Lion Erwteman