Beresjiet

Lezend in Genesis zie je hoe de wereld ontstaat. En hoe de mens, ha-adam, als de eregast in deze wereld wordt geïntroduceerd, wanneer alles wat daarop hoort, aanwezig is en in samenhang met elkaar werkt. Een ecosysteem. Er had van alles mis kunnen gaan. Overstromingen, vulkaanuitbarstingen, machtsovername door dinosaurussen of aapachtigen, hongersnood, een vreemd hemellichaam dat op de aarde botst. Van alles wat er mis had kunnen gaan, is het de mens, die een kosmische fout begaat door de schepper en eigenaar van alles als hoogste autoriteit in te ruilen voor een slang. Na deze crisis woont de mens buiten dit bijzondere park, ook wel Paradijs genaamd.

De tiende generatie brengt de man voort die de nieuwe voorvader van de mensheid wordt, Noach. Hij maakt de wereldcatastrofe mee van een allesverwoestende tsunami, de mabboel (zondvloed). De mensheid krijgt opnieuw de kans om zich te buigen voor en te schikken onder haar schepper, de Eeuwige. Na twintig generaties lukt dat nog steeds niet. Tien generaties na Noach ontstaat het Joodse volk met het verschijnen van de gedreven man van geloof en daden: Abraham. Hij buigt zich voor en schikt zich onder zijn schepper. Een persoonlijke relatie ontstaat tussen deze twee die heel bijzonder is.

Abraham is niet Joods, maar wordt de genetische vader van het Joodse volk. Tevens wordt hij de geestelijke vader van de rest van de mensheid die door de trouw en ijver van Abraham een nieuwe kans krijgt. Alle vijf boeken zijn geschreven door Mosjee met het doel om het ontstaan van Israël, haar praktijk, tekortkomingen, herstel en genezing en toekomst aan te duiden. Alle “vuile was” wordt buiten gehangen. Alle beloften en zegeningen worden genoemd en betreffen het Joodse volk Israël. Wie van de rest van de mensheid zich, zoals Paulus het beeld van de Edele Olijfboom beschrijft (Romeinen 11), op de Joodse stam laat enten deelt mee in die zegeningen en beloften.

De rest van de mensheid heeft zijn eigen vuile was. En net als Israël is het middel om tot heiliging te komen het volgen van Avraham in het vertrouwen in de Eeuwige en de gehoorzaamheid waarmee hij te werk ging. Dit is de context van de Tora. De Hebreeuwse naam van dit eerste van de vijf boeken Genesis is: Beresjiet. Dat betekent letterlijk: Met de eersteling. De eerste woorden van Genesis worden dan: Met de eersteling heeft de Eeuwige de hemel en de aarde geschapen. Het is de eersteling die Zijn offer al gebracht heeft “sedert de grondlegging van de wereld” volgens Openbaring 13:8.

Daarmee is de goddelijkheid van de eersteling bewezen, want schepselen, zoals mensen en engelen, kunnen niet iets uit niets scheppen. En het laat zien dat G’d één is en toch met zichzelf als eersteling kan scheppen. Die eersteling is het licht der wereld, dat geroepen wordt. Hij is het “vlees geworden” woord, de levende Tora, die vanzelfsprekend heeft gezegd dat Hij, in de vorm van dienstknecht op aarde, niet de missie had om dat woord, die Tora, te ontbinden, af te schaffen. Daarmee zou Hij het licht doven. Zijn Geest zweefde wakend boven het water, toen de duisternis zich op het wateroppervlak bevond. Veiligheid boven alles.

Sjabbat sjalom,
Lion S. Erwteman, Rosj Kehilla van Beth Yeshua
Amsterdam