In alle situaties die Jozef meemaakte en die vaak helemaal niet makkelijk waren, leerde hij op de Eeuwige te vertrouwen. G;d leidde hem, ook toen hij bij de koning van Egypte kwam. Zoals ook Paulus later zou schrijven, in Filipp.4:12,13: Ik weet wat het is om sober te leven, maar ook om overvloed te hebben. Geen enkele situatie is mij vreemd: verzadigd zijn en honger lijden, overvloed hebben en tekortkomen. Alles kan ik aan, dankzij Yeshua, die mij kracht geeft. Paulus was onafhankelijk van de omstandigheden, juist omdat hij afhankelijk was van Yeshua. Ook Jozef verviel niet tot zelfbeklag in moeilijke situaties, toen hij als slaaf moest werken en later als gevangene. En hij werd niet overmoedig in enorme voorspoed, toen hij onderkoning van Egypte werd. Hij bleef in alles afhankelijk van G’d.
Maar waarom maakt Jozef zich dan niet meteen aan zijn broers bekend wanneer ze bij hem komen om voedsel te kopen en hij hen wel herkent? En waarom behandelt hij hen zo hard? Gaat hij zich nu wreken? Nee. Jozef is niet haatdragend. Hij wil zijn broers leren kennen en zien wat ze voor elkaar overhebben. Hij wil ook weten of ze berouw hebben over wat ze hem vroeger hebben aangedaan. Hij wil ze testen. Na Zijn opstanding vraagt Yeshua aan Petrus drie keer: Heb je Mij lief? Petrus drievoudige verloochening moest zo ter sprake komen. Petrus had echt berouw en zei dat hij Yeshua liefhad. Hij doorstond de proef, kwam er gelouterd uit te voorschijn en slaagde glansrijk.
Alles lijkt zich tegen vader Jakob te keren: hij is Jozef al kwijt en nu moet hij ook Benjamin laten gaan. Maar Paulus zegt in Romeinen 8:28: Wij weten dat G’d alles tot een goed einde brengt voor wie Hem liefhebben, voor hen die Hij besloten heeft te roepen. Er staat echt: alles. Ook de nare dingen die ons overkomen laat G’d in ons voordeel werken. Dat blijkt ook uit de geschiedenis van Jozef en van Jakob. Alles zat jarenlang erg tegen, maar wat kwam alles goed! Voorwaarde is dat we G’d liefhebben en Hem gehoorzaam blijven, ook al levert dat op de korte termijn alleen maar nadeel op. Denk aan Jozef, die vanwege zijn trouw jegens de Eeuwige in het huis van de vrouw van Potifar terechtkwam in de gevangenis. Wat wij in elke situatie nodig hebben, is: geloof in de Eeuwige, die ook het kwaad ten goede keert.
Jozef test zijn broers of ze nog zo haatdragend en onverschillig zijn als eerst. Daarom moet hij ze goed leren kennen en zet hij ze neer in situaties waarin ze moeilijke keuzen moeten maken. Om te zien of ze echt ten goede veranderd zijn.
Mozes zegt in Deut.8:2 tegen de Israëlieten: Houd steeds die veertig jaar lange woestijntocht voor ogen. De Eeuwige, je G’d, heeft je die laten maken om je trots te breken en je op de proef te stellen. Hij wilde weten wat er in je omging, of je Zijn geboden zou nakomen of niet. Loop niet bij Hem weg wanneer Hij u test!