Sjminie

De uitgebreide beschrijving van wat de priesters moeten doen is indrukwekkend. Dat geeft aards inzicht in de geestelijke manier waarop de Eeuwige vergeving weet te bewerken. Aharon en zijn zonen beginnen in deze parasja hun dienst in de Tent van Samenkomst. Het is het beeld van de rechter die de schuldige vergeeft door de kosten van de schade zelf op zich te nemen. Op die manier houdt de hemelse Rechter Zich aan Zijn woord en vergeeft Hij, terwijl Hij toch het ‘schuldig’ uitspreekt. Anders zou ‘schuldig’ zomaar kunnen veranderen in ‘onschuldig’. De kosten van de schade zijn te hoog om door een menselijk wezen op te brengen, zoals we leren uit Psalm 49:8-10: “8 Niemand kan ooit een broeder loskopen en evenmin aan de Eeuwige zijn losprijs betalen. 9 De prijs voor hun leven is immers te hoog. En die is voor altijd ontoereikend 10 dat hij voor altijd zou voortleven en het graf niet zou zien.”

De dieren die geofferd worden en met name het bloed ervan is het beeld van wat de Messias van Israël voor Zijn volk heeft gedaan. En voor allen die Hem als Messias erkennen en Zijn boodschap van het blijven erkennen van de Tora en de profeten (Matteüs 5:17-19). Zo maakt de Eeuwige zichtbaar hoezeer Hij van Zijn volk houdt. En hoezeer Zijn redding verder gaat dan alleen de bevrijding uit Egypte.

Juist bij het begin van deze zo bijzondere taak van priester laten twee van de vier zonen van Aharon het afweten. Zij doen vreemd vuur in hun vuurpannen, dat de Eeuwige niet had opgedragen. Een vuur vanuit de hemel verbrandt hen vervolgens. En dan is de opvallende opdracht dat Mosjee niet toestaat dat vader Aharon en zijn overgebleven zonen rouwen. Ze mogen hun haar niet los laten hangen en ze mogen hun kleren niet scheuren. De leider bepaalt of er wel dan niet gerouwd mag worden. Interessant model van leiderschap in die tijd. Pas in hoofdstuk 21:10 zou dit los laten hangen van haar en het scheuren van kleren een officieel verbod worden voor de hogepriester.

Leviticus is het deel van de Tora dat de definitie geeft van wat ‘eten’ is. Onreine dieren mogen niet worden gegeten. Dat is belangrijk wanneer we later in de Bijbel lezen over eten, leest u bijvoorbeeld Markus 7:15-19. In vers 15 staat dat niets dat van buiten de mens in hem komt de mens onrein kan maken. En in vers 19 staat dat Yeshua alle spijzen rein verklaart. Dat moet dus over eten gaan, zoals gedefinieerd in Leviticus 11. En inderdaad lezen we in Markus 7:1 dat dit gesprek gaat over ongewassen handen die eten zouden verontreinigen. En niet over de voorschriften in Leviticus 11. Ook hier zien we dat de Bijbel continuïteit weergeeft, net als de vorige week met de termen ‘chesed’ en ‘emet’. Kan ook niet anders. Wanneer we zien hoe jubelend koning David is over de Ark van het Verbond, die hij naar Jeruzalem begeleidt, en we beseffen dat Yeshua zijn zoon is (Zoon van David), dan moeten we die continuïteit leren ontdekken.