Hoor, de stem van mijn geliefde in de Loofhut

Hier aanmelden voor de Shofar bijeenkomst van 9 oktober 2016

Auto: navigeer naar: Kamillehof 33, Houten
trein: zie hier voor de looproute vanaf treinstation Houten voor de Shofar bijeenkomst van 9 oktober 2016

Harmonie
De Bijbel is een mystiek boek, althans het begin en het einde laten dat weten en het overige bedekt dat met praktische informatie. De mens heeft op de volmaakte plaats geleefd waar een mens kan leven: Eden. Dat park (in het Hebreeuws: Gan) is uniek geweest in ecologische waarde. Het heeft optimale levensomstandigheden gekend en ziekte en dood kwamen er niet voor. Mensen, planten en dieren leefden er in ongekende harmonie en wederzijds respect. Contact met dieren was daar mogelijk. En dit bijzondere oord werd bezocht door de Eeuwige bij het aanbreken van de nieuwe dag, volgens Beresjiet/Genesis 3:8.

Kostbare relatie met de Eeuwige
Eden (ook wel Paradijs genoemd): de zachte wind die geen storm kende, de regen en de luchtvochtigheid die zich nooit opdrongen en nooit tekortschoten, de temperatuur die altijd aangenaam was, voedsel dat altijd verantwoord, lekker en verzadigend was, de vrede die blijvend was zonder saai te worden of compromissen te eisen, vrijheid van keuze en denken, die we ten goede of ten kwade konden gebruiken, de kostbare relatie met de Eeuwige, die altijd even enthousiast en vol leven was, onze veiligheid en geborgenheid, die we volledig konden maken door in de schaduw van de Eeuwige te blijven; dat was ‘s avonds, met die lange schaduwen, niet zo moeilijk.

Vertrouwen, eerlijkheid en dienstbaarheid
Het leven op die unieke plaats kende slechts een klein aantal geboden, die op één hand te tellen waren. De Messias was als licht geroepen (zie het derde vers in de Bijbel), maar Zijn rol als Degene die het hoofd van de slang zou vermorzelen, kwam pas na de grote fout van de bewoners van Eden. Als licht en niet als verlosser was de Messias daar bekend, niet vredebrenger en trooster, want er was vrede en niemand hoefde getroost te worden. Je kon er kwetsbaar zijn, zonder dat iemand daar misbruik van maakte. Het was zelfs beter om kwetsbaar te zijn onder deze omstandigheden van het niet lopen van enig risico. Want kwetsbaarheid betekent dan: het je volledig aan de ander toevertrouwen, volkomen eerlijk zijn en de ander volkomen ten dienste staan.

Open zicht op de Eeuwige
Elke bedekking was transparant, zodat het innerlijk zichtbaar is. Er was geen verhulling of geheimhouding nodig. Die zou bovendien schadelijk en storend werken. Vanuit elke bedekking was het mogelijk om uitzicht te houden op de Eeuwige, zelfs toen de bewoners van Eden zich verborgen in het struikgewas (3:8). Op deze manier bestond er een volkomen afhankelijkheid van de Eeuwige, van Hem van wie de bewoners van Eden zo duidelijk wisten dat Hij hen had geschapen. Hij had hen van voedsel voorzien en het park was vol met bomen en struiken die eetbare vruchten droegen voor mens en dier. Op die manier waren de planten dienstbaar aan hen.

Cradle to cradle
Een van de opdrachten die de bewoners van Eden kregen was het benoemen van de dieren. En een andere was het vol maken van het park (“vervul de aarde”). Speciaal deze twee geboden hadden te maken met het zegenen van het park. Want dieren die benoemd zijn, zijn bekend en beheersbaar. En met zulke dieren kan een goed mens in harmonie leven. Zulke dieren komen tot hun recht en hun doel. Bedenk dat uitgebuite kippen in een grote legbatterij geen naam hebben ontvangen. Het vol maken is bedoeld als een voortdurend proces, waarbij wordt aangevuld wat er wordt gebruikt. Hierdoor was er de grootste duurzaamheid in het park en bestond het principe dat tegenwoordig ‘cradle to cradle (C2)’ wordt genoemd, het volledig hergebruik van producten. Alle gebruikte materialen horen, na hun bestaan in het ene product, nuttig te worden ingezet in een ander product. Hierbij mag geen kwaliteitsverlies zijn. En alle restproducten moeten hergebruikt kunnen worden of milieuneutraal zijn.

Terug naar Eden
De grote fout die werd begaan door de bewoners van Eden was dat zij het risico namen om hun relatie met de Eeuwige en hun bestaan aldaar op te offeren aan hun eigen belang. Al deze mooie zaken waren niet genoeg voor deze mensen. Zij verlieten de bron van leven en zij verlieten die volkomen veiligheid, vrede en broze schoonheid graag, omdat ze een leegte in hun hart schiepen en in stand hielden. De vrouw, die wellicht het meest begaafd was om met dieren te spreken, werd aangesproken op deze leegte. En ze hapte. En ook haar echtgenoot hapte toe. Daardoor werden zij uit Eden verdreven. Maar het is de Eeuwige erom te doen Zijn schepping die naar Zijn beeld is geschapen, de mens, terug te leiden naar Eden. Daar en nergens anders horen mensen thuis. In de tussentijd, voordat iedereen weer terug is, is ieder mens een verbannene. Het is de vraag of iedereen daar thuishoort. Het feit dat we werden verbannen wijst erop dat er regels zijn die de parkarchitect en parkwachter hebben opgesteld.

De loofhut maakt het wat zichtbaar
Zo is de Tora ontstaan, als gids met regels voor het leven in Eden. Een gids die dat deel van de mensheid dat er open voor was, ontving toen de spectaculaire bevrijding uit Egypte had plaatsgevonden. Nu terug naar Eden. Naast leefregels die nu in veel grotere aantallen zijn opgedragen dan voorheen het geval was, heeft de Eeuwige speciale dagen ingesteld, waarop Zijn Sjechiena, Zijn aanwezigheid, iets meer voelbaar is, zoals dat in Eden het geval was. De Sjabbat is de wekelijks terugkerende heilige dag. En de zeven feesten geven ons jaarlijks deze hemelse vreugde. Met name het Loofhuttenfeest doet dat. De loofhut is werkelijk een middel om flashbacks te krijgen van Eden. Speciaal bij het invallen van de avond dringt dat beeld zich sterk op. De bedekking die toch open is en uitzicht biedt op de hemel helpt erbij. De zwakke hut, die laat beseffen dat onze bescherming en beschutting bij de Eeuwige gezocht moet worden, draagt eraan bij. De takken en de vruchten, de loelav met de vier soorten planten, het geeft associaties van het beschermde leven waar alles voorradig was en waar geen zorg bestond over wat er morgen voor eten zou zijn. Naast deze herinneringen, flashbacks en associaties is er meer. Ik kom er later op terug.

Het getal zeven
Het prachtige feest duurt zeven dagen. Elke dag is als duizend jaar, zoals Tehilliem/Psalm 90:4 zegt: “Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren.” Daarmee wordt het beeld gegeven dat dit feest de hele tijdsperiode doorloopt die nodig is om weer terug te keren naar het park Eden, namelijk zevenduizend jaar. Over ruim tweehonderd jaar begint, traditioneel gezien, het jaar 6000. Dan beginnen de zevende duizend jaar. Het is goed mogelijk dat dit de periode is waarin het getal van de heidenen vol is (Romeinen 11:25) en waarin de Messias komt om die vrede te herstellen die we alleen in Eden kenden. De periode van zevenduizend jaar is begonnen met Eden en zal eindigen met Eden. Wij leven op dit moment in de laatste paar honderd jaar.

De fascinatie van Jechezkel/Ezechiël
Er zijn meer beelden in de Bijbel die herinneren aan Eden en die oproepen tot volhouden om er te komen. De profeet Ezechiël zegt dat het heersende systeem van Egypte lijkt op machtige bomen in Eden, zie hoofdstuk 31. De hele mensheid was daar vertegenwoordigd. Maar het Egyptische systeem gaat volgens de profeet naar het dodenrijk, zie vers 15. Zozeer is dat systeem gericht tegen de Eeuwige. Want we dienen te beseffen dat er maar één G’d is, die nageaapt wordt door vele machten. In de hoofdstukken 40 t/m 48 heeft Ezechiël het opnieuw over Eden. Het moet hem gefascineerd hebben.

Het beeld van de Tempel
Ezechiël hoorde bij de gevangenen die met koning Jojachin, bij de eerste verovering van Jeroesjalajiem (Jeruzalem) door Nevoechadnetsar (Nebukadnetsar) in ca. 598, werden weggevoerd (zie Ezechiël 40:1). Hij was toen waarschijnlijk 35 jaar oud en had hij al als priester in de Tempel gewerkt. Hij had tenminste nauwkeurige kennis van het Heiligdom. Bovendien werd volgens dat vers zijn boek 25 jaar na de deportatie geschreven. Ezechiël had een eigen huis, was gehuwd en woonde aan de rivier de Chebar – een zijkanaal van de Eufraat – in Babylonië, het tegenwoordige Irak. Zijn vrouw stierf in het negende jaar van de ballingschap (zie 24:18). Deze man moet met zijn hele hart hebben begrepen dat de ongehoorzaamheid van mensen hen ver weg kan leiden van de aanwezigheid en de bescherming van de Eeuwige. En hij zag in hoe dat hersteld kon en moest worden. Het beeld van de Tempel was voor hem een sleutel in het mystieke beeld van Eden zoals dat nu ook in onze wereld bestaat, totdat het weer zichtbare werkelijkheid wordt voor ons.

Leven en geen dood
In de hoofdstukken 40 t/m 48 beschrijft deze profeet de Tempel in herstelde vorm, een herstel dat nu nog steeds niet heeft plaatsgevonden. En wonderlijk genoeg heeft de Eeuwige hem laten zien hoe de Tempel en het water en de bomen een samenhangend geheel vormen, dat zo lijkt op hoe het er in Eden uit zal zien. Er stroomt water uit de Tempel, wat geen onbegrijpelijk beeld is voor hen die weten dat er een bron is onder de Tempelberg, met de naam Gichon. Deze bron bestond ook in de tijd van koning David, in de Kidronvallei, zie 1 Koningen 1:33 (ook bekend als de Bron van Siloam, zie afbeelding). De bron zal in de Messiaanse tijd zó rijkelijk gaan stromen dat het water over de drempel van de Tempelpoort zal vloeien (Ezechiël 47:1). Het stroomt dan naar de Dode Zee en maakt dat water levend. Dit beeld is een bijzondere aanvulling op wat het Loofhuttenfeest betekent: uitkijken naar de tijd wanneer en de plaats waar leven is en geen dood.

De loofhut voor rechtvaardigen
Naast de herinneringen, flashbacks en associaties in verband met de loofhut is er meer. Wie de loofhut instapt met het verlangen naar Eden, naar die kwetsbare openheid en volkomen dienstbaarheid en vreedzaamheid, die staat op de drempel van de deur die toegang biedt tot dat park, Gan Eden. Toegegeven, niet zichtbaar. En er moet eerst overwinning zijn over die neiging om die leegte in ons hart te blijven voeden met verkeerde zaken. Maar wie overwint, krijgt zijn of haar voeding van Ets Chajiem, de Levensboom, die in Eden staat (Openbaring 2:7b). Daar zullen we rechtvaardige mensen ontmoeten als de man die naast Yeshua aan een Romeins martelwerktuig hing (zie Loekas/Lukas 23:43) en als Abraham, Isaak, Jakob, Mozes, Aäron, Jozef en David.

Lion S. Erwteman

Hier aanmelden voor de Shofar bijeenkomst van 9 oktober 2016